De schapen en de bokken

De laatste dagen
De parabel van de schapen en bokken wordt gegeven als Jezus al halverwege de uitleg is die hij geeft naar aanleiding van vragen van zijn leerlingen, namelijk: “wat zijn de tekenen van Uw komst en hoe kunnen we de voleinding van deze wereld herkennen?” (Matt. 24:3). Jezus beschrijft vervolgens een aantal gebeurtenissen en een aantal gelijkenissen zoals de vijgenboom, de talenten en de tien wijze en dwaze maagden. De voornaamste boodschap uit deze context is om tijdens Jezus’ afwezigheid waakzaam te blijven en vol te houden in het geloof omdat we niet weten wanneer Jezus terugkomt en dit geloof voor eenieder tot de redding of veroordeling zal leiden.
MATTEÜS 25:31–46 (HSV)
31 Wanneer de Zoon des mensen komen zal in Zijn heerlijkheid en al de heilige engelen met Hem, dan zal Hij zitten op de troon van Zijn heerlijkheid. 32 En vóór Hem zullen al de volken bijeengebracht worden, en Hij zal ze van elkaar scheiden zoals de herder de schapen van de bokken scheidt. 33 En Hij zal de schapen aan Zijn rechterhand zetten, maar de bokken aan Zijn linkerhand.
34 Dan zal de Koning zeggen tegen hen die aan Zijn rechterhand zijn: Kom, gezegenden van Mijn Vader, beërf het Koninkrijk dat voor u bestemd is vanaf de grondlegging van de wereld. 35 Want Ik had honger en u hebt Mij te eten gegeven; Ik had dorst en u hebt Mij te drinken gegeven; Ik was een vreemdeling en u hebt Mij gastvrij onthaald. 36 Ik was naakt en u hebt Mij gekleed; Ik ben ziek geweest en u hebt Mij bezocht; Ik was in de gevangenis en u bent bij Mij gekomen. 37 Dan zullen de rechtvaardigen Hem antwoorden: Heere, wanneer hebben wij U hongerig gezien en te eten gegeven? Of dorstig en te drinken gegeven? 38 Wanneer hebben wij U als een vreemdeling gezien en gastvrij onthaald, of naakt en hebben U gekleed? 39 Wanneer hebben wij U ziek gezien of in de gevangenis en zijn bij U gekomen? 40 En de Koning zal hun antwoorden: Voorwaar, Ik zeg u: voor zover u dit voor een van deze geringste broeders van Mij gedaan hebt, hebt u dat voor Mij gedaan.
41 Dan zal Hij ook zeggen tegen hen die aan de linkerhand zijn: Ga weg van Mij, vervloekten, in het eeuwige vuur, dat voor de duivel en zijn engelen bestemd is. 42 Want Ik ben hongerig geweest en u hebt Mij niet te eten gegeven; Ik ben dorstig geweest en u hebt Mij niet te drinken gegeven; 43 Ik was een vreemdeling en u hebt Mij niet gastvrij onthaald; naakt, en u hebt Mij niet gekleed; ziek en in de gevangenis, en u hebt Mij niet bezocht. 44 Dan zullen ook die Hem antwoorden: Heere, wanneer hebben wij U hongerig gezien of dorstig of als een vreemdeling of naakt of ziek of in de gevangenis, en hebben U niet gediend? 45 Dan zal Hij hun antwoorden: Voorwaar, Ik zeg u: voor zover u dit voor een van deze geringsten niet gedaan hebt, hebt u het ook niet voor Mij gedaan. 46 En dezen zullen gaan in de eeuwige straf, maar de rechtvaardigen in het eeuwige leven.
Op het eerste gezicht lijkt de parabel te gaan over het eindoordeel waarbij mensen tot de hemel worden toegelaten of naar de hel worden veroordeeld. Zo simpel blijkt het toch helaas niet, we zullen namelijk zien dat er twéé oordelen zullen plaatsvinden. Eén oordeel zal komen bij Jezus’ wederkomst en het andere oordeel aan het échte einde van de huidige hemel en aarde. Daartussen zal er een 1000-jarig vredesrijk komen waarbij Jezus als Koning regeert over de huidige aarde.
We zullen dieper op de profetische tijdlijn in moeten gaan om er achter te komen waar deze parabel in de tijdlijn past. Alleen dan kunnen we de parabel in de juiste context plaatsen en op de juiste manier interpreteren.
In Openbaring kunnen we, m.u.v. enkele tussen hoofdstukken, mooi chronologisch de profetisch tijdlijn vinden. In het kort kun je de belangrijke mijlpalen als volgt opsommen:
De periode van de Gemeente, de tijd nu, tussen Jezus’ eerste komst en de grote verdrukking in de eindtijd (Op. 1-3);
De laatste 7 jaar voor Jezus’ wederkomst is de grote verdrukking waar de antichrist iedereen zal proberen te dwingen hem te aanbidden (Op. 4-18);
Dan volgt Jezus’ wederkomst, overwinning op de antichrist (Op. 19) en het eerste oordeel (Op. 20);
Dan volgt het 1000-jarige Koninkrijk met Jezus als Koning op aarde (Op. 20);
Dan volgt het tweede oordeel (de vuurpoel, de hel) (Op. 21).
Het eerste oordeel
OPENBARING 16:1 (HSV)
En ik hoorde een luide stem uit de tempel zeggen tegen de zeven engelen: Ga en giet de schalen van de toorn van God uit over de aarde.
OPENBARING 18:10 (HSV)
Zij blijven van verre staan uit vrees voor haar pijniging en zeggen: Wee, wee de grote stad Babylon, de sterke stad, want in één uur is uw oordeel gekomen.
OPENBARING 19 (HSV)
11 En ik zag de hemel geopend, en zie, een wit paard, en Hij Die daarop zat, werd getrouw en waarachtig genoemd (Jezus). En Hij oordeelt en voert oorlog in gerechtigheid.
19 En ik zag het beest en de koningen van de aarde en hun legers bijeen verzameld om oorlog te voeren tegen Hem Die op het paard zat, en tegen Zijn leger. 20 En het beest (antichrist) werd gegrepen, en met hem de valse profeet, die in zijn tegenwoordigheid de tekenen gedaan had, waardoor hij hen misleid had die het merkteken van het beest ontvangen hadden en die zijn beeld aanbeden hadden. Deze twee werden levend geworpen in de poel van vuur, die van zwavel brandt. 21 En de overigen werden gedood met het zwaard van Hem Die op het paard zat, namelijk het zwaard dat uit Zijn mond kwam. En alle vogels werden verzadigd met hun vlees.
OPENBARING 20:1–6 (HSV)
20 En ik zag een engel neerdalen uit de hemel met de sleutel van de afgrond en een grote ketting in zijn hand. 2 En hij greep de draak, de oude slang, dat is de duivel en de satan, en bond hem voor duizend jaar, 3 en wierp hem in de afgrond, en sloot hem daarin op en verzegelde die boven hem, opdat hij de volken niet meer zou misleiden, totdat de duizend jaar tot een einde gekomen zouden zijn. En daarna moet hij een korte tijd worden losgelaten.
4 En ik zag tronen, en zij gingen daarop zitten, en het oordeel werd hun gegeven. En ik zag de zielen van hen die onthoofd waren om het getuigenis van Jezus en om het Woord van God, en die
het beest en zijn beeld niet hadden aanbeden, en die het merkteken niet ontvangen hadden op hun voorhoofd en op hun hand. En zij leefden en gingen als koningen regeren met Christus, duizend jaar lang. 5 Maar de overigen van de doden werden niet weer levend, totdat de duizend jaar tot een einde gekomen waren. Dit is de eerste opstanding. 6 Zalig en heilig is hij die deelheeft aan de eerste opstanding. Over hen heeft de tweede dood geen macht, maar zij zullen priesters van God en van Christus zijn, en zij zullen met Hem als koningen regeren, duizend jaar lang.
In Openbaring 16-20 vinden we het eerste oordeel over de aarde die in een aantal fases plaatsvindt:
De hele aarde wordt veroordeeld door allerlei plagen van God (Op. 16);
‘Babylon’ zal vallen door het oordeel van God (het valse aardse systeem) (Op. 17-18);
Jezus keert terug als Koning en veroordeeld de antichrist en de aardse legers (Op. 19);
De engelen zullen de martelaars uit de grote verdrukking tot leven wekken (de eerste opstanding) en ze samen met de levende heiligen uit de hele aarde voor de troon van Jezus bijeen brengen;
Jezus oordeelt over de levenden uit de grote verdrukking en zij zullen samen met Jezus 1000 jaar lang regeren op aarde (Op. 20).
Bij het eerste oordeel over de rechtvaardigen is er ook een ander opvallend detail; er zijn voor het oordeel plaatsvindt namelijk reeds rechtvaardigen bij de troon die een eigen troon zullen ontvangen. Zij lijken in vers 4a het oordeel gegeven te zijn over de martelaars en levenden uit de grote verdrukking (vers 4b). Het oordeel over de levenden door de Gemeente is ook al eens eerder door Jezus benoemd:
MATTEÜS 19:28 (HSV)
28 En Jezus zei tegen hen: Voorwaar, Ik zeg u dat u die Mij gevolgd bent, in de wedergeboorte, als de Zoon des mensen zal zitten op de troon van Zijn heerlijkheid, ook zult zitten op twaalf tronen en de twaalf stammen van Israël zult oordelen.
Jezus maakt ook hier onderscheid tussen deze twee groepen rechtvaardigen: zij die zijn wedergeboren (Gemeente) en de twaalf stammen van Israël. Het zijn namelijk de wedergeboren rechtvaardigen die het eerste oordeel over de rechtvaardigen zullen uitspreken! Dit betekent dat wedergeboren Christenen vóór de grote verdrukking van de laatste 7 jaar voor Jezus’ wederkomst moeten worden opgenomen en dat de achtergebleven Israëlieten door de grote verdrukking heen zullen gaan. Ze zullen zich echter tijdens de grote verdrukking massaal bekeren en de Heer Jezus Christus aannemen als Messias!
Matteüs 23:37–39 (HSV)
37 Jeruzalem, Jeruzalem, u die de profeten doodt en stenigt wie naar u toe gezonden zijn! Hoe vaak heb Ik uw kinderen bijeen willen brengen, op de wijze waarop een hen haar kuikens bijeenbrengt onder haar vleugels; maar u hebt niet gewild! 38 Zie, uw huis wordt als een woestenij voor u achtergelaten. 39 Want Ik zeg u: U zult Mij van nu af aan niet zien, totdat u zegt: Gezegend is Hij Die komt in de Naam van de Heere!
Paulus stipt het geheimenis van zowel de opname van de Gemeente als de ‘tijdelijke blindheid’ van Israël ook aan.
1 KORINTIËRS 15:51–54 (HSV)
51 Zie, ik vertel u een geheimenis: Wij zullen wel niet allen ontslapen, maar wij zullen allen veranderd worden, 52 in een ondeelbaar ogenblik, in een oogwenk, bij de laatste bazuin. Immers, de bazuin zal klinken en de doden zullen als onvergankelijke mensen opgewekt worden, en ook wij zullen veranderd worden.
ROMEINEN 11:25–26 (HSV)
25 Want ik wil niet, broeders, dat u geen weet hebt van dit geheimenis (opdat u niet wijs zou zijn in eigen oog), dat er voor een deel verharding over Israël is gekomen, totdat de volheid van de heidenen is binnengegaan. 26 En zo zal heel Israël zalig worden, zoals geschreven staat: De Verlosser zal uit Sion komen en zal de goddeloosheden afwenden van Jakob.
We leven dus momenteel in een periode van de Gemeente, waarbij mensen kunnen worden wedergeboren door het geloof in Jezus Christus. Wanneer de volheid van de heidenen is voltooid, ofwel een bepaald aantal wedergeboren personen is bereikt, zal de Gemeente worden opgenomen. Daarna zal de laatste 7 jaren aan grote verdrukking gaan plaatsvinden die onder andere in Openbaring 4-20 in detail staat beschreven en waarover Daniël heeft geprofeteerd. Tijdens de grote verdrukking zal Israël ‘wakker worden’ en de Heer Jezus Christus gaan accepteren als Messias. Het zal een bijzondere tijd worden van vele wonderen, velen die tot het geloof komen maar ook de meest verschrikkelijke tijd van vele rampen en zware vervolgingen om het geloof.
Aan het einde van de grote verdrukking zal Jezus terugkomen en met Zijn engelenleger de antichrist en aardse legers verslaan bij de strijd bij Armageddon. Dan Zal Jezus plaatsnemen op Zijn troon en Koning der Koningen worden over de gehele aarde. Op dit moment zullen de rechtvaardige doden tot leven worden gewekt en de volken voor Zijn troon worden gebracht voor het eerste oordeel. De levende en tot leven gewekte heiligen zullen samen met Jezus mogen regeren vanuit Zijn Koninkrijk en de heidenen en niet-bekeerde Israëlieten die de grote verdrukking hebben overleefd mogen dat niet.
Het 1000-jarige Vredesrijk
Na het eerste oordeel zal Jezus Koning worden over de hele aarde. In die tijd zal er vrede zijn en zal satan, omdat hij vastgebonden is, geen kans hebben deze vrede te verstoren. Zie hieronder hoe Jesaja deze periode op aarde omschrijft:
JESAJA 11:6–10 (HSV)
6 Een wolf zal bij een lam verblijven, een luipaard bij een geitenbok neerliggen, een kalf, een jonge leeuw en gemest vee zullen bij elkaar zijn, een kleine jongen zal ze drijven. 7 Koe en berin zullen samen weiden, hun jongen zullen bij elkaar neerliggen. Een leeuw zal stro eten als het rund. 8 Een zuigeling zal zich vermaken bij het hol van een adder, en in het nest van een gifslang zal een peuter zijn hand steken. 9 Men zal nergens kwaad doen of verderf aanrichten op heel Mijn heilige berg, want de aarde zal vol zijn van de kennis van de HEERE, zoals het water de bodem van de zee bedekt. 10 Want op die dag zal de Wortel van Isaï er zijn, Die zal staan als banier voor de volken. Naar Hém zullen de heidenvolken vragen. Zijn rustplaats zal heerlijk zijn.
Jezus zal vanuit Jeruzalem over de hele aarde regeren en er zullen ook nog heidenvolken over de aarde verspreid zijn.
MICHA 4:2–4 (HSV)
1 Het zal echter in het laatste der dagen geschieden dat de berg van het huis van de HEERE vast zal staan als de hoogste van de bergen, en dat hij verheven zal worden boven de heuvels, en dat de volken ernaartoe zullen stromen. 2 Vele heidenvolken zullen op weg gaan en zeggen: Kom, laten wij opgaan naar de berg van de HEERE, naar het huis van de God van Jakob; dan zal Hij ons onderwijzen aangaande Zijn wegen, en zullen wij Zijn paden bewandelen. Want uit Sion zal de wet uitgaan en het woord van de HEERE uit Jeruzalem. 3 Hij zal oordelen tussen vele volken en machtige heidenvolken vonnissen, tot ver weg. Zij zullen hun zwaarden omsmeden tot ploegscharen en hun speren tot snoeimessen. Geen volk zal tegen een ander volk het zwaard opheffen. Oorlog voeren zullen zij niet meer leren. 4 Maar zij zullen zitten, ieder onder zijn wijnstok en onder zijn vijgenboom, niemand zal ze schrik aanjagen, want de mond van de HEERE van de legermachten heeft het gesproken.
Het tweede oordeel
Aan het einde van de 1000 jaar zal de satan nog eenmaal worden vrijgelaten en zal hij wederom de heidenvolken misleiden en opzetten tegen God. Het zal zelfs zo ver komen dat hij samen met de heidenvolken het Koninkrijk van Jezus zal gaan aanvallen.
OPENBARING 20:7–10 (HSV)
7 En wanneer die duizend jaar tot een einde gekomen zijn, zal de satan uit zijn gevangenis worden losgelaten. 8 En hij zal uitgaan om de volken te misleiden die zich in de vier hoeken van de aarde bevinden, Gog en Magog, om hen te verzamelen voor de oorlog. En hun aantal is als het zand van de zee. 9 En zij kwamen op over de breedte van de aarde, en omsingelden de legerplaats van de heiligen en de geliefde stad. Maar er daalde vuur van God neer uit de hemel en dat verslond hen. 10 En de duivel, die hen misleidde, werd in de poel van vuur en zwavel geworpen, waar ook het beest en de valse profeet reeds zijn. En zij zullen dag en nacht gepijnigd worden in alle eeuwigheid.
Direct na de vernietiging en veroordeling van de satan en de heidenvolken zullen alle doden tot leven worden gewekt en het eindoordeel van de eeuwige vuurpoel (hel) volgen.
OPENBARING 20:11–15 (HSV)
11 En ik zag een grote witte troon, en Hem Die daarop zat. Voor Zijn aangezicht vluchtten de aarde en de hemel weg, zodat er geen plaats meer voor hen te vinden was. 12 En ik zag de doden, klein en groot, voor God staan. En de boeken werden geopend en nog een ander boek werd geopend, namelijk het boek des levens. En de doden werden geoordeeld overeenkomstig wat in de boeken geschreven stond, overeenkomstig hun werken. 13 En de zee gaf de doden die in haar waren. Ook de dood en het rijk van de dood gaven de doden die in hen waren, en zij werden geoordeeld, ieder overeenkomstig zijn werken. 14 En de dood en het rijk van de dood werden in de poel van vuur geworpen. Dit is de tweede dood. 15 En als iemand niet bleek ingeschreven te zijn in het boek des levens, werd hij in de poel van vuur geworpen.
De parabel van de schapen en bokken
Als we nu de parabel kort samenvatten nadat we de profetische tijdlijn en het verschil tussen de twee oordelen kennen zullen we deze makkelijker kunnen interpreteren.
MATTEÜS 25:31–46 (HSV)
31 Wanneer de Zoon des mensen komen zal in Zijn heerlijkheid en al de heilige engelen met Hem, dan zal Hij zitten op de troon van Zijn heerlijkheid. 32 En vóór Hem zullen al de volken bijeengebracht worden, en Hij zal ze van elkaar scheiden zoals de herder de schapen van de bokken scheidt. 33 En Hij zal de schapen aan Zijn rechterhand zetten, maar de bokken aan Zijn linkerhand. … 46 En dezen (de bokken) zullen gaan in de eeuwige straf, maar de rechtvaardigen in het eeuwige leven.
We lezen hier duidelijk dat het over het eerste oordeel gaat, kort na Jezus’ wederkomst op aarde, en dat dit oordeel gaat over alle volken op aarde. Dit past ook in de context van Mattheüs 24 en 25 waar Jezus spreekt over de laatste dagen en Zijn wederkomst op aarde. Alleen vers 41 lijkt hier niet helemaal bij te passen omdat deze refereert naar het tweede oordeel, de vuurpoel:
MATTEÜS 25:41 (HSV)
Dan zal Hij ook zeggen tegen hen die aan de linkerhand zijn: Ga weg van Mij, vervloekten, in het eeuwige vuur, dat voor de duivel en zijn engelen bestemd is.
Dit lijkt een tegenstrijdigheid; we weten nu dat er 1000 jaar tussen het eerste en het tweede oordeel in zit maar in de parabel lijken ze elkaar direct op te volgen. Als we echter van “in het eeuwige vuur” het woord “in” in de Griekse grondtekst (“εἰς [eis]”) bestuderen, zien we dat dit ook vertaald kan worden als “tot in” (Engels: “toward, into”), oftewel “je bent uiteindelijk bestemd om naar het eeuwige vuur te gaan maar voor nu, ga weg van Mij”. Een beetje vergelijkbaar als het doodsvonnis van Adam en Eva die na de eerste zonde niet gelijk dood gingen maar nog vele jaren zouden leven. Dit zou dus betekenen dat de onrechtvaardigen al wel de eeuwige straf ontvangen bij het eerste oordeel om niet het Koninkrijk van Jezus te mogen binnentreden en teneinde, na de 1000 jaar, bij het tweede oordeel definitief worden veroordeeld en in de vuurpoel (hel) worden gegooid.
Dit perspectief past ook heel goed bij de gelijkenissen uit de context van Mattheüs 24 en 25. De onnutte dienaar die geen talenten verdiend wordt naar de buitenste duisternis gestuurd, wat zeer mogelijk de plaats zou kunnen zijn op aarde buiten het Koninkrijk van Jezus. Ook de dwaze maagden kloppen op de deur van de Heer, het Koninkrijk van Jezus, maar mogen niet binnenkomen. En natuurlijk degene die “Heer, Heer” zegt, en ook niet mag binnenkomen (Matt. 7:21). Er is voor hun geen plaats in het 1000-jarige Koninkrijk van Jezus, ze zullen er buiten moeten blijven, in de duisternis.
We kunnen wel concluderen dat de schapen en de bokken het onderscheid tussen de Israëlieten (met een waar geloof in Jezus en een bekeerd hart) en de heidenvolken zijn die op het moment van de wederkomst van Jezus nog in leven zijn. Daarnaast is op dit moment ook de eerste opwekking van de doden waarbij de bekeerde Israëlieten tot leven worden gewekt die gedood zijn tijdens de grote verdrukking, zij zullen ook deel zijn van dit eerste gelukkige oordeel en het eeuwige leven ontvangen!
Het eerste oordeel kan dan ook wel worden gezien als het oordeel over de levenden, zij die in het Koninkrijk van Jezus op aarde mogen leven en regeren over de heidenvolken. Het tweede oordeel daarentegen kan worden gezien als het oordeel over de doden, die in de vuurpoel worden gegooid omdat zij in geen enkele tijdsperiode hebben willen bekeren en de Heer Jezus Christus nooit aangenomen hebben.
De Bijbel is verder niet heel duidelijk over of er ook nog mensen zijn die bij het tweede eindoordeel worden vrijgesproken, het zou immers heel goed mogelijk zijn dat mensen die bijvoorbeeld tijdens de 1000 jaar dat Jezus regeert geboren worden tot geloof komen.
OPENBARING 20:6 (HSV)
Zalig en heilig is hij die deelheeft aan de eerste opstanding. Over hen heeft de tweede dood geen macht, maar zij zullen priesters van God en van Christus zijn, en zij zullen met Hem als koningen regeren, duizend jaar lang.
De maat waarin gemeten zal worden
Zoals we al hebben kunnen lezen zullen de wedergeboren Christenen dit eerste oordeel over de stammen van Israël samen met Jezus voltrekken. Zij zullen het oordeel laten afwegen op basis van de werken van de personen in kwestie. Het zijn natuurlijk niet diens werken die tot vrijspraak leiden maar het geloof wat zij wel of niet in Jezus hebben. Deze goede werken laten echter wel de staat van iemands hart zien, is iemand werkelijk bekeerd, dan zullen zijn daden daar ook naar zijn.
De daden die voortkomen uit geloof en een bekeerd hart zijn ook hetgeen Jezus over verteld als hij de schapen en de bokken voor Zijn troon uitlegt waarom zij wel of niet hebben laten zien rechtvaardig te zijn. Het kenmerk van de rechtvaardige schapen is namelijk dat zij:
De hongerigen te eten geven;
De vreemdelingen gastvrij ontvangen;
De naakten bekleden;
De zieken en gevangen bezoeken.
Het gaat er dus niet om dat wij ooit één van deze dingen gedaan moeten hebben, het gaat er om of je hart werkelijk is bekeerd waardoor je dit soort dingen zult gaan doen uit liefde voor de Heer Jezus Christus en uit liefde voor je medemens. Deze daden laten dus zien dat iemand werkelijk bekeerd is omdat dit de vruchten zijn van een waar geloof in Jezus. Zij volgen Jezus niet alleen in woorden maar ook in daden.
JOHANNES 10:27 (HSV)
Mijn schapen horen Mijn stem en Ik ken ze en zij volgen Mij.