De oude en nieuwe wijn

LUKAS 5:36–39 (NBV)
36 Hij vertelde hun ook een gelijkenis: ‘Niemand scheurt een lap van een nieuwe mantel om daarmee een oude mantel te verstellen, want dan scheurt hij de nieuwe, terwijl de lap niet bij de oude past. 37 En niemand giet jonge wijn in oude leren zakken, want dan scheuren de zakken door de jonge wijn en wordt de wijn verspild, terwijl de zakken verloren gaan. 38 Jonge wijn moet in nieuwe zakken worden gedaan. 39 Maar niemand die oude wijn gedronken heeft, wil jonge; hij zegt immers: “De oude wijn is goed!”’
Een populaire uitleg van deze parabel is dat het oude staat voor het oude verbond en het nieuwe voor het nieuwe verbond. Deze uitleg is echter niet in zijn geheel passend. Jezus illustreert namelijk dat de oude wijn beter is en dat zou met deze uitleg betekenen dat het oude verbond beter is wat natuurlijk niet het geval is.
Om tot de juiste betekenis te komen moeten we beginnen in de context, dat is de directe aanleiding waarna Jezus Zijn antwoord geeft.
LUKAS 5:33–35 (NBV)
33 Ze zeiden tegen hem: ‘De leerlingen van Johannes vasten dikwijls en zeggen hun gebeden, zoals ook de leerlingen van de farizeeën doen, maar die van u eten en drinken maar.’ 34 Jezus zei: ‘U kunt toch niet verlangen dat de bruiloftsgasten vasten zolang de bruidegom bij hen is? 35 Maar er komt een dag dat de bruidegom bij hen wordt weggehaald, en dan is het hun tijd om te vasten.’
Als je goed hebt opgelet probeert Jezus de Farizeeën hier een verschil van perspectief te geven over de wet, in het bijzonder het vasten. Zij beginnen namelijk over het letterlijke ritueel van het vasten, volgens de wet van Mozes, en dat de leerlingen maar ‘eten en drinken’. Jezus antwoord hen echter vanuit de werkelijke betekenis van het vasten, namelijk het bij Jezus zijn en de periode dat Hij niet meer bij ons is na Zijn dood. Die periode noemt Hij het werkelijke vasten. De periode dat Hij op aarde is noemt Hij juist een tijd voor eten en drinken, net als een feestmaal bij een bruiloft.
Hij geeft hier dus aan dat het vasten in de wet van Mozes een voorschaduw is naar een toekomstige vervulling die nu in vervulling gaat: de komst en dood van Jezus. Jezus is dan ook het werkelijke brood en de wijn die zijn leerlingen nu tot zich nemen, tot zijn dood, dan zullen zij moeten vasten! Dit wordt tijdens het laatste avondmaal bevestigt als Jezus zijn lichaam en bloed vergelijkt met eten en drinken.
LUKAS 22:19–20 (NBV)
19 En hij nam een brood, sprak het dankgebed uit, brak het brood, deelde het uit en zei: ‘Dit is mijn lichaam dat voor jullie gegeven wordt. Doe dit, telkens opnieuw, om mij te gedenken.’ 20 Zo nam hij na de maaltijd ook de beker, en zei: ‘Deze beker, die voor jullie wordt uitgegoten, is het nieuwe verbond dat door mijn bloed gesloten wordt.
We kunnen deze nieuwe interpretatie van de wet, de vervulling van de wet door Jezus, echter niet begrijpen zolang we ons vasthouden aan de oude interpretatie, de letterlijke wet. Deze nieuwe interpretatie is een geestelijke, die ook een nieuw geestelijk denken vereist wat alleen door God gegeven kan worden. We zien het later bij Petrus gebeuren dat hij door God geopenbaard krijgt dat Jezus de Messias is.
MATTHEÜS 16:15–17 (NBV)
15 Toen vroeg hij hun: ‘En wie ben ik volgens jullie?’ 16 ‘U bent de messias, de Zoon van de levende God,’ antwoordde Simon Petrus. 17 Daarop zei Jezus tegen hem: ‘Gelukkig ben je, Simon Barjona, want dit is je niet door mensen van vlees en bloed geopenbaard, maar door mijn Vader in de hemel.
Ook wij zijn door de genade van God de Heilige Geest geschonken en kunnen door Zijn kracht leven naar de geest van de wet, de nieuwe interpretatie, en dat is dat de wet een voorschaduw is naar Jezus’ leven en dood. Door de Heilige Geest zullen wij in Jezus een nieuwe schepping zijn die de nieuwe interpretatie kunnen begrijpen en zullen naleven.
2 KORINTHIËRS 5:17 (NBV)
17 Daarom ook is iemand die één met Christus is, een nieuwe schepping. Het oude is voorbij, het nieuwe is gekomen.
KOLOSSENZEN 2:16–18 (NBV)
16 Laat niemand u iets voorschrijven op het gebied van eten en drinken of het vieren van feestdagen, nieuwemaan en sabbat. 17 Dit alles is slechts een schaduw van wat komt – de werkelijkheid is Christus.
Dit is dan ook de volle betekenis van deze parabel: De oude wijn is de oude interpretatie van de wet, het letterlijk volgen, de oude wijnzakken zijn de Farizeeën die denken op die manier rechtvaardig te zijn geworden. De nieuwe wijn is de nieuwe interpretatie van de wet, Jezus, die de (profetische) vervulling van de wet is en datgeen waar de wet een voorschaduw naar is! Zijn leven en dood is hetgeen waar de wet over schrijft.
De nieuwe wijnzakken zijn de mensen die Jezus wél willen aanvaarden, dat zijn de zondaars en de tollenaars. Zij willen zichzelf vernederen en uit genade de liefde van Jezus ontvangen terwijl de Farizeeën zich laten voorstaan op hun voorname positie en zogenaamde volgen van de wet.
LUKAS 5:30–32 (NBV)
30 De farizeeën en hun schriftgeleerden zeiden morrend tegen zijn leerlingen: ‘Waarom eet en drinkt u met tollenaars en zondaars?’ 31 Maar Jezus antwoordde: ‘Gezonde mensen hebben geen dokter nodig, maar wie ziek is wel; 32 ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar om zondaars aan te sporen een nieuw leven te beginnen.’
Jezus is niet gekomen voor de oude wijzakken en de oude jas, die kunnen immers geen nieuwe wijn en nieuwe lap aan! De Farizeeën, de oude wijnzakken, zien zichzelf als rechtvaardig door de letterlijke interpretatie van de wet van Mozes, die oude wijn willen ze niet kwijt. Jezus is echter gekomen voor de zondaars, zij die dolgraag de genade van God willen ontvangen, en een nieuwe wijnzak willen worden om Jezus, de nieuwe wijn, te kunnen ontvangen!
Die oude en nieuwe interpretatie moet je niet met elkaar mengen. Volgers van Jezus moeten zich niet bezig houden met het volgen van de letterlijke wet, wij moeten ons richten op het volgen van de vervulling van die wet, Jezus. Als deze twee interpretaties door elkaar worden gehaald dan gaan zowel de persoon als de leer verloren, net als de oude en nieuwe wijn en wijnzakken verloren gaan in de parabel. Net zo min steekt Jezus tijd in de nieuwe wijn in de oude wijnzakken te doen maar in nieuwe wijnzakken. Dat wil zeggen, hij keert zich voor de verkondiging van het Woord tot de nieuwe wijnzakken, de zondaars en de tollenaars.