De wijze en dwaze bouwers

MATTEÜS 7:21–27 (NBV)
24 Wie deze woorden van mij hoort en ernaar handelt, kan vergeleken worden met een verstandig man, die zijn huis bouwde op een rots. 25 Toen het begon te regenen en de bergstromen zwollen, en er stormen opstaken en het huis van alle kanten belaagd werd, stortte het niet in, want het was gefundeerd op een rots. 26 En wie deze woorden van mij hoort en er niet naar handelt, kan vergeleken worden met een onnadenkend man, die zijn huis bouwde op zand. 27 Toen het begon te regenen en de bergstromen zwollen, en er stormen opstaken en er van alle kanten op het huis werd ingebeukt, stortte het in, en er bleef alleen een ruïne over.’
LUCAS 6:46–49 (NBV)
46 Waarom roepen jullie “Heer, Heer” tegen mij, maar doen jullie niet wat ik zeg? 47 Ik zal jullie vertellen op wie degene lijkt die bij me komt, naar mijn woorden luistert en ernaar handelt: 48 hij lijkt op iemand die bij het bouwen van zijn huis een diep gat groef en het fundament op rotsgrond legde. Toen er een overstroming kwam, beukte het water tegen het huis, maar het stortte niet in omdat het degelijk gebouwd was. 49 Wie wel naar mijn woorden luistert maar niet doet wat ik zeg, lijkt op iemand die een huis bouwde zonder fundament, zodat het meteen instortte toen het water ertegen beukte en er alleen een bouwval overbleef.’
Om de parabel goed te kunnen begrijpen is de context essentieel. Jezus begint de parabel namelijk met “wie deze woorden hoort is als…”. Wat zijn deze woorden?
In Lucas lees je al een korte aanleiding voor deze parabel (waarom roepen jullie “Heer, Heer” tegen mij, maar doen jullie niet wat ik zeg?). In Mattheüs worden meer aanleidingen gegeven voor deze parabel:
Nauw is de poort naar het leven, weinigen zullen hem vinden (Matt. 7:13)
Pas op voor wolven in schaapskleren aan vruchten herkent men de boom (Matt. 7:15)
Niet iedereen de Heer, Heer zegt zal het Koninkrijk binnengaan (Matt. 7:21)
Alleen belijden van naam Jezus is niet genoeg
Het lijkt er dus op dat Jezus onderscheid probeert te maken tussen 2 soorten personen:
Mensen die het Koninkrijk binnen zullen komen;
Mensen die lijken op gelovigen maar het Koninkrijk niet zullen binnengaan.
De waarschuwing die Hij geeft aan zijn leerlingen is dat er mensen zijn die gelovig lijken maar niet werkelijk door Jezus zijn aanvaardt. Enerzijds is de waarschuwing om niet door “wolven in schaapskleren” te worden misleid, anderzijds een waarschuwing om niet jezelf als gelovige te zien terwijl je Jezus niet werkelijk volgt. Dit wordt een stuk duidelijker in de “Heer, Heer” variant in Mattheüs:
MATTEÜS 7:21–27 (NBV)
21 Niet iedereen die “Heer, Heer” tegen mij zegt, zal het koninkrijk van de hemel binnengaan, alleen wie handelt naar de wil van mijn hemelse Vader. 22 Op die dag zullen velen tegen mij zeggen: “Heer, Heer, hebben wij niet in uw naam geprofeteerd, hebben wij niet in uw naam demonen uitgedreven, en hebben wij niet vele wonderen verricht in uw naam?” 23 En dan zal ik hun rechtuit zeggen: “Ik heb jullie nooit gekend. Weg met jullie, wetsverkrachters!”
Handelen naar de wil van God
Er zijn dus op de dag van het oordeel mensen die de naam van Jezus hebben aangeroepen, in Zijn naam ogenschijnlijk goede werken hebben gedaan maar niet door Jezus zijn aanvaardt. Het lijkt er dus op dat Jezus hier zegt dat alleen Zijn naam belijden niet genoeg is om gered te zijn, het is ook nodig “te handelen naar de wil van Zijn hemelse Vader”. Maar wat is ‘de wil van God’?
Jezus veroordeelt die valse gelovigen met de woorden “Weg met jullie, wetsverkrachters!”. Hiermee geeft Hij aan dat de wil van God is om niet alleen de naam van Jezus te belijden maar ook zijn wil als Heer te volgen (Zijn wet). Dit wil natuurlijk niet zeggen dat we de wet van Mozes moeten volgen, de Heer Jezus heeft ons namelijk een nieuw gebod gegeven: heb de Heer lief met alles wat je heb en je naaste als jezelf.
Jezus vraagt ons hier niet om perfect zijn wil op te volgen maar probeert ons een instelling duidelijk te maken. Het woord “wetsverkrachters” geeft niet alleen aan dat zij de wet (van liefde) overtreden, het geeft aan dat zij de wet ‘verkrachten’, ofwel ze misbruiken hem! Als je vanuit dit perspectief kijkt zie je dat Jezus zich op de Bergrede vooral richt op de Farizeeën en Sadduceeën; een uiterlijk vertoon van rechtvaardigheid maar alleen maar om daar zelf beter door te worden! Ze misbruiken de naam van God en verkrachten de wet voor hun eigen gewin.
Diep in hun hart zijn ze niet bezig met de wil van God, dat is namelijk de nieuwe wet van het geloof volgen: het geloof in Jezus Christus, die de wet wél perfect heeft nageleefd en het eeuwig leven schenkt aan eenieder die in Hem gelooft.
JOHANNES 6:40 (NBV)
Dit wil mijn Vader: dat iedereen die de Zoon ziet en in hem gelooft, eeuwig leven heeft, en dat ik hen op de laatste dag uit de dood zal opwekken.’
De wijze en de dwaze bouwers
De parabel van de wijze en dwaze bouwer gaat over deze 2 soorten mensen. De ware gelovige die zijn leven bouwt op Jezus met de juiste instelling: Hem te volgen en dus (proberen) te leven naar hoe Jezus wil dat wij leven volgens het Woord van God. En dan heb je de valse gelovige: die de naam en het Woord van Jezus misbruikt voor eigen gewin, net als de Farizeeën en Sadduceeën deden in de tijd van Jezus onder de Joden en de leerlingen van Jezus – aan wie deze parabel oorspronkelijk gericht is.
Als wij dan zijn als een ware gelovige, ons leven bouwen op Jezus en Zijn Woord, en de storm komt in ons leven, dan zullen wij overeind blijven en het Koninkrijk van God binnengaan. Degenen die hun leven bouwen op iets anders dat het Woord van God zullen in diezelfde storm niet standhouden en ten onder gaan. Zij zullen ook niet het Koninkrijk van de Hemel binnengaan, ook al hebben ze de naam van Jezus gebruikt, ze hebben Hem nooit echt willen volgen en Jezus heeft hun werkelijk nooit gekend.
Pas op voor mensen die religieus overkomen en zelfs de naam Jezus belijden en in Zijn naam wonderen verrichten maar in werkelijkheid wolven in schaapskleren zijn. Je kunt ze herkennen aan de vruchten van de wetsverkrachting: ze leven niet naar de werkelijke betekenis van het Woord maar naar de eigen begeertes en het eigen gewin. Of ben je misschien zelf iemand die religieus handelt, zelfs in de naam van Jezus, maar Hem niet in je hart zoekt en volgt? Leer dan van Jezus’ woorden in deze parabel en bouw je leven op Zijn Woord, de storm komt voor iedereen, zorg dat jouw huis overeind blijft!