Hebben onze woorden kracht?

Dit soort proclameren neigt heel erg naar het idee uit het populaire (seculiere) boek 'The Secret' die verkondigt dat je door te geloven woorden kunt uitspreken en deze dan realiteit zullen worden. Zo kun je bijvoorbeeld rijkdom of gezondheid in je leven doen manifesteren door uit te spreken dat je rijk bent of dat je beveelt dat je gezond wordt. Dit staat natuurlijk los van de Bijbel maar het heeft wel degelijk overlap en dat is ook de reden dat deze dwaalleer de kerk in siddert.
Dat Jezus de kracht, macht en autoriteit had om bovennatuurlijke wonderen te doen staat buiten kijf, Hij ís immers God en God kan alles. Maar de profeten, apostelen en andere Christenen uit het Nieuwe Testament konden ook wonderen doen in Jezus' Naam. Hoe zit dan voor ons, hebben wij ook macht en autoriteit gekregen, hebben onze woorden ook bovennatuurlijke kracht?
De oorsprong van woorden
Om antwoord te kunnen geven op deze vraag is het goed om eerst te onderzoeken wat de Bijbel leert over het spreken van woorden. Het zal je misschien verbazen dat de Bijbel werkelijk vol staat over dit onderwerp. Denk bijvoorbeeld aan een zwaard, een vrucht, een zaad, een lamp, als water en brood, dit zijn allemaal Bijbelse gelijkenissen voor woorden. Het woord - of de lippen of de tong - wordt zó vaak aangehaald dat er genoeg reden is om aan te nemen dat God dit voor ons belangrijk vindt. Bovendien is het God zelf die de mens heeft uitgerust met een mond en dat is niet zonder reden.
Waar het hart vol van is
Een woord is niet alleen maar een loos geluid door de lucht en het ontstaat ook niet in de stembanden. Woorden worden eerst bedacht in de gedachten. Ze worden nauwkeurig geformuleerd met een bepaalde intentie, door iets te zeggen probeer je altijd wat te bereiken bij de ander. Zo spreekt de Bijbel ook over deze intentie:
Psalmen 52:6 (NBV)
6 Je houdt van woorden die pijn doen, van een tong die bedriegt.
Romeinen 3:12–14 (HSV)
12 Allen zijn zij afgedwaald, samen zijn zij nutteloos geworden. Er is niemand die goeddoet, er is er zelfs niet één. 13 Hun keel is een open graf, met hun tong plegen zij bedrog, addergif is onder hun lippen. 14 Hun mond is vol vervloeking en bitterheid, ...
Spreuken 8:8 (HSV)
8 Alle woorden uit Mijn mond zijn in gerechtigheid gesproken, er is niets verdraaids of slinks in.
Spreuken 15:26 (HSV)
26 De plannen van een kwaaddoener zijn voor de HEERE een gruwel, maar lieflijke woorden zijn rein.
Woorden kunnen een intentie hebben als bijvoorbeeld pijn doen, bedriegen, vreugde delen of liefde overbrengen. Je zou dus kunnen zeggen dat woorden worden gesproken met een intentie vanuit de begeertes van het hart. Stel, een ouder zegt tegen een kind: "Pas op bij het oversteken!", dan zijn dat geen doelloze woorden; de ouder heeft namelijk de intentie dat het kind geen ongeluk krijgt omdat de ouder het kind liefheeft. Zo spreekt de mond met intenties vanuit de begeerte van het hart.
Psalmen 49:4 (NBV)
4 Mijn mond spreekt wijze woorden, diepzinnig is wat mijn hart overpeinst,
Matteüs 12:24–25, 34-35 (HSV)
24 Maar de Farizeeën hoorden dit en zeiden: Deze drijft de demonen alleen maar uit door Beëlzebul, de aanvoerder van de demonen. 25 Jezus echter kende hun gedachten [...] 34 Adderengebroed! Hoe kunt u goede dingen spreken, terwijl u slecht bent? Want uit de overvloed van het hart spreekt de mond. 35 De goede mens brengt goede dingen voort uit de goede schat van het hart, en de slechte mens brengt slechte dingen voort uit de slechte schat.
De vruchten van de boom
Jezus werd nooit zo afgeleid van de uiterlijke woorden en daden die mensen deden, Hij was daarentegen bijzonder scherp op de hart gesteldheid en de onderliggende intenties. Dat zien we bijvoorbeeld bij een van de vele keren dat de Farizeeën Hem in de val proberen te lokken door een vraag die eerlijk leek maar een slechte bedoeling had.
Matteüs 22:15–17 (HSV)
15 Toen gingen de Farizeeën weg en beraadslaagden hoe zij Hem op Zijn woorden konden vangen. 16 En zij stuurden hun discipelen naar Hem toe, met de Herodianen, en zeiden: Meester, wij weten dat U waarachtig bent en de weg van God in waarheid onderwijst en Zich door niemand laat beïnvloeden, want U ziet de persoon van de mensen niet aan. 17 Zeg ons dan: Wat denkt U? Is het geoorloofd de keizer belasting te betalen of niet?
Het is helemaal niet gek voor Joden om aan Jezus te vragen wij Hij vindt van belasting betalen. De Romeinen waren immers onderdrukkers en de onderdrukkers van Israël zouden volgens de geschriften op een dag door de Messias verslagen worden. Maar zij waren helemaal niet op zoek naar Jezus' eerlijke mening over belasting betalen, ze wilde Hem in de val lokken. Als Jezus namelijk zou zeggen dat Joden belasting moeten betalen aan de Romeinen dan gaat Hij tegen de Joden in. Als Hij zou zeggen dat men géén belasting moet betalen zou Hij in de problemen komen met de Romeinen. Jezus had dit zoals altijd in de gaten, Hij wist dat de Farizeeën de woorden spraken met de intentie Hem te verzoeken. Deze intentie werd bij hen gedreven door hun boosaardige hartgesteldheid.
Matteüs 22:18–19 (HSV)
18 Maar Jezus, die hun boosaardigheid kende, zei: 19 Huichelaars, waarom verzoekt u Mij? Toon Mij de belastingmunt. En zij brachten Hem een penning. 20 En Hij zei tegen hen: Van wie is deze afbeelding en het opschrift? 21 Zij zeiden tegen Hem: Van de keizer. Toen zei Hij tegen hen: Geef dan aan de keizer wat van de keizer is, en aan God wat van God is.
De Farizeeën zijn een schoolvoorbeeld van personen die een goed woord spreken en die goede daden doen maar bij wie de intentie en hartgesteldheid slecht is. Jezus besteedde ook veel aandacht om Zijn volgelingen te waarschuwen voor valse motieven die zijn gemaskeerd door mooie woorden of mooie daden. Denk bijvoorbeeld aan de gelijkenis van wolven in schaapskleren, en die van de boom met vruchten.
Matteüs 7:15–20 (HSV)
15 Maar wees op uw hoede voor de valse profeten, die in schapenvacht naar u toe komen maar van binnen roofzuchtige wolven zijn. 16 Aan hun vruchten zult u hen herkennen. Men plukt toch geen druif van doornstruiken of vijgen van distels? 17 Zo brengt iedere goede boom goede vruchten voort en een slechte boom brengt slechte vruchten voort. 18 Een goede boom kan geen slechte vruchten voortbrengen en een slechte boom kan geen goede vruchten voortbrengen.
Jezus illustreert hiermee dat de mens is als een boom die vruchten voortbrengt naar de natuur van die boom. Ofwel, een persoon heeft woorden en daden die worden gedreven door de gesteldheid van het hart. Zo is het hart van de mens de wortel van de boom, die de boom voedt.
1 Timoteüs 6:10 (HSV)
10 Want geldzucht is een wortel van alle kwaad. Door daarnaar te verlangen, zijn sommigen afgedwaald van het geloof, en hebben zich met vele smarten doorstoken.
Hebreeën 12:15 (HSV)
15 Zie erop toe dat niemand achteropraakt in de genade van God, en dat er geen enkele wortel van bitterheid opschiet en onrust veroorzaakt zodat daardoor velen bezoedeld worden.
De begeerten van uw vader
De Bijbel spreekt dus veel over dat woorden een intentie hebben die wordt gedreven door begeertes van het hart. Hier stopt het echter niet! Sterker nog, de Bijbel spreekt hele zware taal over wat of wie er uiteindelijk áchter de gesteldheid van het hart zit.
Johannes 8:44 (HSV)
44 U bent uit uw vader de duivel, en wilt de begeerten van uw vader doen; die was een mensenmoordenaar van het begin af, en staat niet in de waarheid, want er is in hem geen waarheid. Wanneer hij de leugen spreekt, spreekt hij vanuit wat van hemzelf is, want hij is een leugenaar en de vader van de leugen.
Matteüs 16:22–23 (HSV)
22 En Petrus nam Hem apart en begon Hem te bestraffen; hij zei: God zij U genadig, Heere, dit zal beslist niet met U gebeuren! 23 Maar Hij keerde Zich om en zei tegen Petrus: Ga weg achter Mij, satan! U bent een struikelblok voor Mij, want u bedenkt niet de dingen van God, maar die van de mensen.
Jakobus 3:5–6 (HSV)
5 Zo is ook de tong een klein lichaamsdeel, en roemt toch van grote dingen. Zie eens hoe een klein vuur een grote hoop hout aansteekt. 6 Ook de tong is een vuur, een wereld van ongerechtigheid. Zo staat het met de tong onder onze lichaamsdelen. Ze besmet het hele lichaam, en zet onze levensloop vanaf het begin in vlam, en ze wordt zelf door de hel in vlam gezet.
Wij staan er misschien niet vaak genoeg bij stil dat iedere woord of daad óf goed óf kwaad is. Het is uiteindelijk het goed of kwaad zelf wat de begeertes drijft van alle mensen. Zo heeft de duivel alle mensen in de tang gekregen door ons via ons eigen begeerten kwaad te laten doen. Hij wekt door misleidende woorden en ideeën kwade begeertes op in ons hart waardoor wij willen zondigen.
Genesis 3:4–6 (HSV)
4 Toen zei de slang tegen de vrouw: U zult zeker niet sterven. 5 Maar God weet dat, op de dag dat u daarvan eet, uw ogen geopend zullen worden en dat u als God zult zijn, goed en kwaad kennend. 6 En de vrouw zag dat die boom goed was om ervan te eten en dat hij een lust was voor het oog, ja, een boom die begerenswaardig was om er verstandig door te worden; en zij nam van zijn vrucht en at; en zij gaf ook wat aan haar man, die bij haar was, en hij at ervan.
Zo misbruikte de slang woorden om begeertes op te wekken in de harten van Adam en Eva. Hun begeerte om die heerlijke vrucht te eten en ook om net als God goed én kwaad te kunnen zien werd zo groot dat ze hun eigen begeertes boven de wil van God plaatsten en zondigden. Net als bij de Farizeeën leken de woorden van de slang goed: je zult niet sterven en je zult als God kennis hebben. Dit was ook in letterlijke zin waar: ze stierven niet gelijk en ze kregen ook de kennis van goed én kwaad. Toch was de slang gedreven door zijn eigen kwade begeertes, zijn intentie was niet goed, het was zelfs uiterst kwaad. Hij heeft door misleiding en begeertes op te wekken alle harten van de mensen gekaapt en via de mens het kwaad en de dood in de wereld gemanifesteerd. Dit is de heerschappij of slavernij die het kwaad over alle mensen heeft.
Jakobus 1:14–15 (HSV)
14 Maar ieder mens wordt verzocht, als hij door zijn eigen begeerte wordt meegesleurd en verlokt. 15 Daarna, wanneer de begeerte bevrucht is, baart ze zonde, en wanneer de zonde volgroeid is, baart ze de dood.
Vaak denken mensen dat er heus nog wel iets goeds in de mens zit maar de Bijbel helpt ons echt uit deze illusie:
Matteüs 19:17 (HSV)
17 Hij zei tegen hem: Waarom noemt u Mij goed? Niemand is goed behalve Eén, namelijk God. ...
Romeinen 3:12 (HSV)
12 Allen zijn zij afgedwaald, samen zijn zij nutteloos geworden. Er is niemand die goeddoet, er is er zelfs niet één.
Jeremia 17:9 (HSV)
9 Arglistig is het hart, boven alles, ja, ongeneeslijk is het, wie zal het kennen?
Maar gelukkig is voor God geen enkel hart ongeneeslijk! Hij is bij machte ons een nieuw hart te geven met begeertes die worden aangewakkerd door Hemzelf. Zo schenkt Hij een nieuw hart aan eenieder die in Jezus gaat geloven. Tegelijkertijd neemt de Heilige Geest intrek in zijn hart. Zo'n gelovige is wedergeboren, een nieuw persoon geworden, gedreven door Gods wil en Gods begeertes.
Je kunt als mens niet goed worden door goede woorden en daden te doen, dit verandert iemands natuur niet. Het is alleen God die een mens een nieuwe natuur kan geven door de wedergeboorte waardoor iemand anders gaat denken, spreken en doen. Goed doen wordt dan geheel natuurlijk door de vernieuwende kracht van de Heilige Geest, er komen vanzelf nieuwe goede vruchten uit een nieuwe goede boom.
Ezechiël 36:26 (HSV)
26 Dan zal Ik u een nieuw hart geven en een nieuwe geest in uw binnenste geven. Ik zal het hart van steen uit uw lichaam wegnemen en u een hart van vlees geven.
Titus 3:5 (HSV)
5 maakte Hij ons zalig, niet op grond van de werken van rechtvaardigheid die wij gedaan hadden, maar vanwege Zijn barmhartigheid, door het bad van de wedergeboorte en de vernieuwing door de Heilige Geest.
Galaten 5:16–17 (HSV)
16 Maar ik zeg: Wandel door de Geest en u zult zeker de begeerte van het vlees niet volbrengen. 17 Want het vlees begeert tegen de Geest in, en de Geest tegen het vlees in; en die staan tegenover elkaar, zodat u niet doet wat u zou willen.
De bovennatuurlijke kracht van woorden
We hebben nu een noodzakelijke omweg genomen zodat we inzien dat onze woorden slechts boodschappers zijn met een intentie die uiteindelijk worden gedreven en bekrachtigt door het goed of het kwaad zelf. De mens is dus niet zelf de bron en kracht van het goed of kwaad maar het is God of de duivel die vanuit ons hart werkt en regeert. Betekent dit dat wedergeboren Christenen ook de bovennatuurlijke kracht van God kunnen inzetten door te proclameren?
Hebben wij autoriteit over bovennatuurlijke kracht?
Dat Jezus bovennatuurlijke macht en autoriteit had is geen discussiepunt. Hij is natuurlijk zelf God en kan derhalve alles. Toch koos Hij ervoor om als Mens onderdanig te zijn aan de Vader en gebruikte Hij alleen bovennatuurlijke kracht conform de Vaders wil. We kunnen namelijk lezen dat zelfs Jezus - in Zijn menselijke vorm - niet álle Goddelijke macht en autoriteit had terwijl Hij wel vol was van de Heilige Geest. Voor de duidelijkheid, als God kan Jezus alles, Hij koos er echter voor als Mens op aarde uitsluitend de Vaders wil uit te voeren.
Johannes 5:30 (HSV)
30 Ik kan van Mijzelf niets doen. Zoals Ik hoor, oordeel Ik en Mijn oordeel is rechtvaardig, want Ik zoek niet Mijn wil, maar de wil van de Vader, Die Mij gezonden heeft.
Marcus 13:32 (HSV)
32 Maar die dag en dat moment is aan niemand bekend, ook aan de engelen in de hemel niet, ook aan de Zoon niet, maar alleen aan de Vader.
Marcus 6:5 (HSV)
5 En Hij kon daar geen kracht doen, maar Hij legde slechts enkele zieken de handen op en genas hen.
De apostelen kregen van Jezus autoriteit om krachten uit te oefenen in de Naam van Jezus. Zij kregen bepaalde macht over het kwaad door uitdrijvingen en genezingen. De macht werd het kwaad juist afgenomen, het kon de apostelen niet langer schade toebrengen.
Lucas 9:1 (HSV)
Hij riep Zijn twaalf discipelen bijeen en gaf aan hen kracht en macht over alle demonen, en om ziekten te genezen,
Lucas 10:19 (HSV)
19 Zie, Ik geef u de macht om op slangen en schorpioenen te trappen en de macht over alle kracht van de vijand; en niets zal u schade toebrengen.
God deed zelfs 'buitengewone' krachten door Paulus heen.
Handelingen 19:11–12 (HSV)
11 En God deed buitengewone krachten door de handen van Paulus, 12 zo zelfs dat, als de zweetdoeken of de doeken die hij om zijn middel droeg, van zijn lichaam op de zieken gelegd werden, de ziekten van hen weken en de boze geesten uit hen weggingen.
Ook zijn er in het Nieuwe Testament andere Christenen die autoriteit, macht en kracht kregen.
Handelingen 6:8 (HSV)
8 En Stefanus, vol geloof en kracht, deed wonderen en grote tekenen onder het volk.
Marcus 9:38–41 (HSV)
38 En Johannes antwoordde Hem: Meester, wij hebben iemand gezien die demonen uitdreef in Uw Naam, iemand die ons niet volgt; en wij hebben het hem verboden, omdat hij ons niet volgt. 39 Maar Jezus zei: Verbied het hem niet, want er is niemand die een kracht doen zal in Mijn Naam en kort daarna kwaad van Mij zal kunnen spreken. 40 Want wie niet tegen ons is, die is voor ons. 41 Want wie u een beker water te drinken zal geven in Mijn Naam omdat u discipelen van Christus bent, voorwaar, Ik zeg u: hij zal zijn loon beslist niet verliezen.
Dit wil echter niet zeggen dat wij als Christen dezelfde autoriteit, macht en kracht hebben. Jezus 'kon' niet altijd genezen en we zien ook dat de apostelen niet altijd konden genezen. Uiteindelijk kreeg het kwaad ook macht over hen, ze werden - op Johannes na - allemaal gedood.
Filippenzen 2:27 (HSV)
27 Hij is inderdaad ook ziek geweest, tot dicht bij de dood, maar God heeft Zich over hem ontfermd, en niet alleen over hem, maar ook over mij, opdat ik niet droefheid op droefheid zou hebben.
1 Timoteüs 5:23 (HSV)
23 Drink niet langer alleen water, maar gebruik een kleine hoeveelheid wijn, voor uw maag en uw veelvuldige kwalen.
2 Korintiërs 12:7–9 (HSV)
7 En opdat ik mij door het alles overtreffende karakter van de openbaringen niet zou verheffen, is mij een doorn in het vlees gegeven, een engel van de satan, om mij met vuisten te slaan, opdat ik mij niet zou verheffen. 8 Hierover heb ik de Heere driemaal gesmeekt dat hij van mij weg zou gaan. 9 Maar Hij heeft tegen mij gezegd: Mijn genade is voor u genoeg, want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht. Daarom zal ik veel liever roemen in mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij komt wonen.
De Heilige Geest schenkt de gaven van krachten en genezingen aan wie Hij wil en wanneer Hij wil. Het doel is helder: de opbouw en uitbouw van de Gemeente, het geestelijke Koninkrijk van God.
1 Korintiërs 12:7–11 (HSV)
7 Aan ieder echter wordt de openbaring van de Geest gegeven tot wat nuttig is voor de ander. 8 Want aan de één wordt door de Geest een woord van wijsheid gegeven en aan de ander een woord van kennis, door dezelfde Geest; 9 en aan een ander geloof, door dezelfde Geest, en aan een ander genadegaven van genezingen, door dezelfde Geest; 10 en aan een ander werkingen van krachten, en aan een ander profetie, en aan een ander het onderscheiden van geesten, en aan een ander allerlei talen, en aan een ander uitleg van talen. 11 Al deze dingen echter werkt één en dezelfde Geest, Die aan ieder afzonderlijk uitdeelt zoals Hij wil.
In de Naam van Jezus!
Het is natuurlijk niet zo dat God niet kán genezen. Als Jezus had gewild, had Hij iedereen kunnen genezen en had Hij zelfs al het Koninkrijk van de Hemel op aarde kunnen vestigen. Het is niet dat Hij dat niet kan, het is dat Hij dat niet wil! Als God het had gewild dat de zieke apostelen werden genezen dan had Hij dat gedaan. Maar konden de apostelen niet in de Naam van Jezus de kracht van God proclameren?
Handelingen 3:6 (HSV)
6 Petrus zei echter: Zilver en goud heb ik niet, maar wat ik heb, dat geef ik u: in de Naam van Jezus Christus de Nazarener, sta op en ga lopen!
Handelingen 16:18 (HSV)
18 En dat deed zij vele dagen lang. Maar Paulus, die zich daaraan ergerde, keerde zich om en zei tegen de geest: Ik gebied u in de Naam van Jezus Christus uit haar weg te gaan! En hij ging op hetzelfde moment uit haar weg.
Spreken in de Naam van Jezus is geen toverspreuk! De apostelen handelden conform de wil van Jezus en ze maakten iedereen kenbaar dat de wonderen die ze deden namens Jezus gedaan werden. Met andere woorden, spreken in de Naam van Jezus is een belijdenis en getuigenis dat Jezus de bovennatuurlijke kracht heeft. Zo ook deed Jezus wonderen omdat de Vader Hem door die wonderen getuigenis gaf dat Hij door de Vader was gezonden. Niemand kan wonderen doen tenzij het de wil is van de Vader. En door de wonderen wisten de mensen dat Jezus en de apostelen namens God spraken en handelden.
2 Korintiërs 12:12 (HSV)
12 De tekenen van een apostel zijn onder u verricht, in al mijn volharding, in tekenen, wonderen en krachten.
Johannes 10:25 (HSV)
25 Jezus antwoordde hun: Ik heb het u gezegd en u gelooft het niet. De werken die Ik doe in de Naam van Mijn Vader, die getuigen van Mij.
Romeinen 9:17 (HSV)
17 Want de Schrift zegt tegen de farao: Juist hiertoe heb Ik u verwekt: dat Ik in u Mijn kracht bewijzen zou, en dat Mijn Naam verkondigd zou worden op de hele aarde.
Romeinen 15:18–19 (HSV)
18 Want ik durf het niet aan iets te zeggen wat Christus niet door mij teweeggebracht heeft, om de heidenen tot gehoorzaamheid te brengen, in woord en daad, 19 door de kracht van tekenen en wonderen en door de kracht van de Geest van God. Zo heb ik dan van Jeruzalem af en rondom, tot Illyricum toe, het Evangelie van Christus vervuld.
1 Tessalonicenzen 1:5 (HSV)
5 Want ons Evangelie is niet alleen met woorden tot u gekomen, maar ook met kracht en met de Heilige Geest en met volle zekerheid. U weet immers hoe wij in uw midden geweest zijn ter wille van u.
Hebreeën 2:3–4 (HSV)
3 hoe zullen wij dan ontvluchten, als wij zo’n grote zaligheid veronachtzamen, die in het begin door de Heere is verkondigd, en die aan ons is bevestigd door hen die Hem gehoord hebben. 4 God heeft er bovendien mede getuigenis aan gegeven door tekenen, wonderen en allerlei krachten, en gaven van de Heilige Geest, overeenkomstig Zijn wil.
De Vader gaf Jezus, de apostelen en andere Christenen de autoriteit om op bepaalde momenten bovennatuurlijke krachten te doen om daarmee te getuigen dat zij namens Hem spraken. Zij spraken namelijk nieuwe openbaringen van God. Jezus sprak een nieuw Evangelie, de apostelen en andere Christenen verspreidden dat Evangelie en voegden ook nieuwe woorden toe aan de Bijbel. Die autoriteit kun je natuurlijk alleen maar bewijzen doordat God dat ons op een bovennatuurlijke wijze laat weten.
De wil van de Vader is ook niet dat alle mensen gezond worden of dat wij alle doden doen opstaan. Hij wil - in de tijd waarin wij leven - maar één ding:
Johannes 6:39–40 (HSV)
39 En dit is de wil van de Vader, Die Mij gezonden heeft, dat Ik van alles wat Hij Mij gegeven heeft, niets verloren laat gaan, maar het doe opstaan op de laatste dag. 40 En dit is de wil van Hem Die Mij gezonden heeft, dat ieder die de Zoon ziet en in Hem gelooft, eeuwig leven heeft, en Ik zal hem doen opstaan op de laatste dag.
Het is deze wil, om het Evangelie te verkondigen over heel de aarde zodat iedereen die tot het geloof in Jezus komt het eeuwig leven zal hebben.
Marcus 16:15–16 (HSV)
15 En Hij zei tegen hen: Ga heen in heel de wereld, predik het Evangelie aan alle schepselen. 16 Wie geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn, zal zalig worden, maar wie niet geloofd zal hebben, zal verdoemd worden.
Onze strijd is geestelijk
Wij kunnen zeker wonderen doen in Jezus' Naam maar dat betekent absoluut niet dat wij naar wens de kracht van God ter beschikking hebben! Het wil zeggen dat als wij het Evangelie verkondigen, wat de wil van God is, dat dan wonderen ons zullen volgen als God dat nodig acht. Dit zal zeker niet meer de omvang hebben als bij Jezus of de apostelen. Zij hadden deze bovennatuurlijke krachten nodig als getuigenis zodat iedereen wist dat de nieuwe openbaringen die zij verkondigden namens God werden gedaan.
Wij hebben echter de getuigenis van het Woord van God, waarin staat wat de wil van de Vader is en wat Hij van ons verlangt. Wij kunnen ons beroepen op de waarheid en op de kracht van het getuigenis van het Evangelie wat het eeuwig leven brengt. De wil van de duivel daarentegen is dat allen verloren gaan en daarom hij strijd non-stop tegen dit Evangelie. Het Evangelie heeft echter het kwaad al lang overwonnen, het is nog steeds krachtiger dan al het kwaad. Dát is de werkelijke kracht die wij door de woorden van het Evangelie kunnen gebruiken.
Efeziërs 6:12 (HSV)
12 Want wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers van de duisternis van dit tijdperk, tegen de geestelijke machten van het kwaad in de hemelse gewesten.
Het is niet Gods wil dat wij dode mensen tot leven wekken maar dat de geestelijk doden tot het geloof zullen komen en het eeuwig leven krijgen! Het is niet Gods wil dat wij de ziekenhuizen overbodig maken door alle mensen te genezen, het is Gods wil dat wij de harten van mensen genezen van het kwaad wat daar over heerst. Het is niet de wil van God dat wij alle blinde mensen ziend maken maar dat wij met de waarheid de leugens bestrijden waardoor mensen niet in God geloven. Het is niet Gods wil dat wij alle demonen binden op aarde maar dat wij de macht van het kwaad over de mensenharten overwinnen door het spreken en wandelen naar het Woord van God.
Lucas 4:18 (HSV)
18 De Geest van de Heere is op Mij, omdat Hij Mij gezalfd heeft; Hij heeft Mij gezonden om aan armen het Evangelie te verkondigen, om te genezen wie gebroken van hart zijn,
Romeinen 2:19 (HSV)
19 En u bent van uzelf overtuigd dat u een gids voor de blinden bent, een licht voor hen die in duisternis zijn,
Jakobus 4:7 (HSV)
7 Onderwerp u dan aan God. Bied weerstand aan de duivel en hij zal van u wegvluchten.
Natuurlijke genezingen zijn absoluut goed maar geestelijke genezingen zijn voor eeuwig en dat is onze roeping! Er komt een dag dat Jezus ons ook zal komen verlossen van al onze lichamelijke ongemakken maar deze dag is nog niet aangebroken. Nu worden wij opgeroepen de ware kracht van het Woord van God te spreken, het Woord van het Evangelie en de Bijbel. Dit is onze bescherming en onze aanval in de geestelijke strijd om de zielen van de mensen. Zie de wapens waarmee God ons uitrust, het spreekt allemaal over het Woord van God, het Evangelie en ons geloof daarin.
Efeziërs 6:10–17 (HSV)
10 Verder, mijn broeders, word gesterkt in de Heere en in de sterkte van Zijn macht. 11 Bekleed u met de hele wapenrusting van God, opdat u stand kunt houden tegen de listige verleidingen van de duivel. 12 Want wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers van de duisternis van dit tijdperk, tegen de geestelijke machten van het kwaad in de hemelse gewesten. 13 Neem daarom de hele wapenrusting van God aan, opdat u weerstand kunt bieden op de dag van het kwaad, en na alles gedaan te hebben, stand kunt houden. 14 Houd dan stand, uw middel omgord met de waarheid, en bekleed met het borstharnas van de gerechtigheid, 15 en de voeten geschoeid met bereidheid van het Evangelie van de vrede. 16 Neem bovenal het schild van het geloof op, waarmee u alle vurige pijlen van de boze zult kunnen uitblussen. 17 En neem de helm van de zaligheid en het zwaard van de Geest, dat is Gods Woord,
De ware kracht van woorden
God schenkt ons niet bovennatuurlijke kracht om de natuurlijke wereld te overwinnen. Hij schenkt ons natuurlijke kracht om de geestelijke wereld te overwinnen. Die natuurlijke kracht is de mond waarmee wij zijn uitgerust zodat wij de boodschap van het Woord van God, het Evangelie mogen uitspreken. Het Woord van God ís die kracht waarmee het kwaad wordt overwonnen. Zo spreekt de Bijbel dat het leven en de dood in de macht van de tong zijn, niet van het lichaam maar van de ziel.
Spreuken 18:21 (HSV)
21 Dood en leven zijn in de macht van de tong, wie hem liefheeft, zal de vrucht ervan eten.
Spreuken 15:4 (HSV)
4 Het medicijn van de tong is een boom des levens, maar verkeerdheid erin is een breuk in de geest.
Efeziërs 4:29 (HSV)
29 Laat er geen vuile taal uit uw mond komen, maar wel iets goeds, wat nuttig is tot opbouw, opdat het genade geeft aan hen die het horen.
Spreuken 15:1 (HSV)
15 Een zacht antwoord keert woede af, maar een krenkend woord wekt toorn op.
Een verzengend vuur
De Bijbel spreekt veelvuldig over de kracht van kwade woorden. Kwade woorden manifesteren het kwaad in de wereld en de gevolgen daarvan zijn altijd destructief. Een tong wat kwaad spreekt wordt een verzengend vuur genoemd; het schept vijandschap, ruzies, onrecht, misleiding, onheil en alle andere schadelijke dingen.
Jakobus 3:5–6 (HSV)
5 Zo is ook de tong een klein lichaamsdeel, en roemt toch van grote dingen. Zie eens hoe een klein vuur een grote hoop hout aansteekt. 6 Ook de tong is een vuur, een wereld van ongerechtigheid. Zo staat het met de tong onder onze lichaamsdelen. Ze besmet het hele lichaam, en zet onze levensloop vanaf het begin in vlam, en ze wordt zelf door de hel in vlam gezet.
Spreuken 16:27–28 (HSV)
27 Een verdorven man graaft kwaad op, en op zijn lippen is het als een verzengend vuur. 28 Een verderfelijke man brengt ruzie teweeg, en een lasteraar maakt scheiding tussen de beste vrienden.
Spreuken 24:2 (HSV)
2 want hun hart bedenkt verwoesting en hun lippen spreken onheil.
Psalmen 52:3–6 (HSV)
3 Waarom beroemt u zich op het kwaad, geweldenaar? Gods goedertierenheid duurt toch de hele dag! 4 Uw tong bedenkt enkel schadelijke dingen, als een geslepen scheermes dat bedrieglijk werkt. 5 U hebt het kwaad lief boven het goede, de leugen boven het spreken van recht. 6 U hebt lief alle verslindende woorden en een tong vol bedrog.
Het tweesnijdende Zwaard
Het goede Woord van God wordt daarentegen uitgelegd als een wapen: een scherp tweesnijdend Zwaard. Wij gebruiken dit wapen om ons te verdedigen tegen de leugen en aan te vallen met de waarheid. Ons zwaard kan zowel genezing brengen als de vijand overwinnen in een woordenstrijd, het is tweesnijdend.
Hebreeën 4:12 (HSV)
12 Want het Woord van God is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard, en het dringt door tot op de scheiding van ziel en geest, van gewrichten en merg, en het oordeelt de overleggingen en gedachten van het hart.
2 Korintiërs 10:4–5 (HSV)
4 De wapens van onze strijd zijn immers niet vleselijk, maar krachtig door God, tot afbraak van bolwerken. 5 Want wij breken valse redeneringen af en elke hoogte die zich verheft tegen de kennis van God, en wij nemen elke gedachte gevangen om die te brengen tot de gehoorzaamheid aan Christus,
Spreuken 4:20–22 (HSV)
20 Mijn zoon, sla acht op mijn woorden, neig je oor tot wat ik zeg. 21 Laat ze niet wijken van je ogen, bewaar ze in het binnenste van je hart. 22 Ze zijn immers leven voor wie ze vinden, en genezing voor heel hun vlees.
Het Woord van de Waarheid
De geestelijke strijd tussen goed en kwaad is er ook een van waarheid tegen leugen. Denk bijvoorbeeld aan dat men vroeger dacht dat roken gezond was, omdat doctoren dat zeiden, maar die leugen leidde tot de dood van velen. Nu de waarheid hierover wordt verkondigd is dat voor vele ex-rokers hun redding van de dood geweest. Maar ook in geestelijke zin zijn mensen verstrikt in de leugen, ze denken dat God niet bestaat omdat het universum ontstaan is door pure toeval en alles wordt aangestuurd door toevallige evolutie. Zolang ze in die leugen geloven zullen ze niet op zoek gaan naar God en ook niet tot het geloof komen met eeuwige gevolgen. Onze waarheid is niet alleen een wapen in de strijd op aarde, het is een nog veel groter wapen in de strijd om het eeuwige leven!
Johannes 8:32 (HSV)
32 en u zult de waarheid kennen, en de waarheid zal u vrijmaken.
Efeziërs 1:13 (HSV)
13 In Hem bent ook u, nadat u het Woord van de waarheid, namelijk het Evangelie van uw zaligheid, gehoord hebt; in Hem bent u ook, toen u tot geloof kwam, verzegeld met de Heilige Geest van de belofte,
Jakobus 5:19–20 (HSV)
19 Broeders, als iemand onder u van de waarheid is afgedwaald en een ander doet hem terugkeren, 20 weet dan dat hij die een zondaar van zijn dwaalweg doet terugkeren, een ziel zal redden van de dood en een menigte van zonden zal bedekken.
We mogen deze geestelijke strijd nooit onderschatten en het gebruik van woorden nooit bagatelliseren. Het is letterlijk een strijd om de ziel en het welzijn van iedere mens op aarde en in de eeuwigheid. De vijand is met al zijn kracht onvermoeid bezig om zich heen te slaan en er zullen helaas heel veel slachtoffers vallen, ook binnen de Gemeente van God.
Handelingen 20:30 (HSV)
30 en dat uit uw eigen midden mannen zullen opstaan die de waarheid verdraaien om de discipelen weg te trekken achter zich aan.
Romeinen 1:25 (HSV)
25 Zij hebben de waarheid van God vervangen door de leugen, en het schepsel vereerd en gediend boven de Schepper, Die te prijzen is tot in eeuwigheid. Amen.
1 Timoteüs 6:5 (HSV)
5 voortdurend geruzie van mensen die een verdorven gezindheid hebben en beroofd zijn van de waarheid, omdat zij denken dat de godsvrucht een bron van winst is. Wend u af van dit soort mensen.
2 Timoteüs 4:4 (HSV)
4 Ze zullen hun gehoor van de waarheid afkeren en zich keren tot verzinsels.
Hét Woord van God
De goede, levendmakende woorden van God zijn ook tot ons gekomen in lichamelijke vorm, namelijk in Jezus Christus. Hij is hét Woord van God, de belichaming en boodschapper op aarde van God in de Hemel. Jezus verkondigde het Woord van God en leefde het Woord van God perfect na. Net zoals onze woorden een intentie hebben die voortkomt uit de begeertes van ons hart, zo is Jezus hét Woord, gestuurd met de intentie ons te redden gedreven door de onvoorwaardelijke genadige liefde in Gods hart!
Johannes 1:1–14 (HSV)
1 In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. ... 14 En het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond (en wij hebben Zijn heerlijkheid gezien, een heerlijkheid als van de Eniggeborene van de Vader), vol van genade en waarheid.
Jezus manifesteerde, als Woord van God, de kracht van de bron van dat Woord, God. De kracht van God werd niet alleen zichtbaar in de natuurlijke genezingen of uitdrijvingen die Hij deed maar vooral in de geestelijke genezingen. Wat heb je aan een genezen lichaam om vervolgens in de hel te belanden? Jezus wekte dan ook slechts een handjevol mensen tot leven maar denk eens aan al die miljoenen mensen die door Hem het eeuwig leven hebben ontvangen!
Openbaring 7:9–10 (HSV)
9 Hierna zag ik en zie, een grote menigte, die niemand tellen kon, uit alle naties, stammen, volken en talen, stond vóór de troon en vóór het Lam, bekleed met witte gewaden en palmtakken in hun hand. 10 En zij riepen met een luide stem: De zaligheid is van onze God, Die op de troon zit, en van het Lam!
Johannes 14:6 (HSV)
6 Jezus zei tegen hem: Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Niemand komt tot de Vader dan door Mij.
Het levendmakende Zaad
Het Woord van God heeft ook de kracht als een zaad. Als wij dat Woord van God verkondigen is het als een zaad wat wordt gezaaid in de wereld. Het komt op de akkers terecht en als het vruchtbaar is zal het wortel schieten en vrucht dragen. Dit is het beeld wat Jezus probeert over te brengen in de gelijkenis van de zaaier. De zaaier is degene die het Evangelie verkondigd en het zaad is het Evangelie. De vier soorten gronden zijn de harten van vier soorten personen die het Evangelie te horen krijgen. Drie personen hebben om verschillende redenen geen vruchtbaar hart. De vierde grond is vruchtbaar, dat is degene die het Evangelie hoort, begrijpt en bij wie het Woord tot leven komt in woord en daad. Dit is de bekering en de wedergeboorte, iemand die in denken en doen is veranderd door een waar geloof. Deze persoon is zelf ook een zaaier geworden, zijn vruchten (woorden en daden) dragen ook weer Zaad wat wordt gezaaid in de akkers om hun heen!
Lucas 8:11–15 (HSV)
11 Dit is de gelijkenis: Het zaad is het Woord van God. 12 Zij bij wie langs de weg gezaaid wordt, zijn zij die het horen; maar daarna komt de duivel en neemt het Woord uit hun hart weg, opdat zij niet geloven en zalig worden. 13 Zij bij wie op de rots gezaaid wordt, zijn zij die het Woord met vreugde ontvangen, wanneer zij het gehoord hebben. Maar dezen, die maar voor een bepaalde tijd geloven, hebben geen wortel, en in een tijd van verzoeking worden zij afvallig. 14 En bij wie het zaad in de dorens valt, dat zijn zij die het hebben gehoord, maar die gaandeweg door de zorgen en rijkdom en genietingen van het leven verstikt worden en geen vrucht dragen. 15 En waar het zaad in de goede aarde valt, dat zijn zij die het Woord horen, het in een oprecht en goed hart vasthouden, en in volharding vruchten voortbrengen.
1 Petrus 1:23 (HSV)
23 u, die opnieuw geboren bent, niet uit vergankelijk, maar uit onvergankelijk zaad, door het levende en eeuwig blijvende Woord van God.
Jezus geeft ons expliciet de autoriteit om als dienstknecht en kind van God het levendmakende Evangelie te verkondigen zodat ook anderen net als ons het eeuwig leven mogen ontvangen.
Marcus 16:15–16 (HSV)
15 En Hij zei tegen hen: Ga heen in heel de wereld, predik het Evangelie aan alle schepselen. 16 Wie geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn, zal zalig worden, maar wie niet geloofd zal hebben, zal verdoemd worden.
Johannes 6:40 (HSV)
40 En dit is de wil van Hem Die Mij gezonden heeft, dat ieder die de Zoon ziet en in Hem gelooft, eeuwig leven heeft, en Ik zal hem doen opstaan op de laatste dag.
De wil van de Vader is dat eenieder die in de Zoon gelooft het eeuwig leven krijgt, het Evangelie. De woorden die wij uitspreken in Naam van Jezus zijn is het Woord van God zelf. De kracht en macht zit dan ook niet in ons maar in het Levende woord zelf!
Johannes 6:63 (HSV)
63 De Geest is het Die levend maakt, het vlees heeft geen enkel nut. De woorden die Ik tot u spreek, zijn geest en zijn leven.
Johannes 7:38–39 (HSV)
38 Wie in Mij gelooft, zoals de Schrift zegt: Stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien. 39 En dit zei Hij over de Geest, Die zij die in Hem geloven, ontvangen zouden; ...
Conclusie
Woorden dragen een intentie die wordt gedreven vanuit de begeertes van het hart. Een goed hart wordt gedreven door een vernieuwd hart door de Heilige Geest en een slecht hart wordt gedreven door kwade begeertes die oorsprong hebben in de duivel zelf. Zo is de kracht ervan uiteindelijk het goed of het kwaad zelf wat door de woorden wordt gemanifesteerd als je het spreekt.
Uit de woorden kun je niet altijd de intentie of gesteldheid van het hart teruglezen. De Farizeeën spraken bijvoorbeeld goede woorden uit de wet en ze deden goede daden conform de wet maar dat was alleen maar om zelf aan de macht te kunnen blijven. Zij deden kwaad omdat zij werden gedreven en bekrachtigd door de begeertes van duivel: haat, misleiding en hoogmoed. Hun kwade begeerten van zichtbaar in hun ambities, die zijn wel herkenbaar net als slechte vruchten van een kwade boom herkenbaar zijn.
Gods woorden zijn daarentegen goed bedoeld vanuit een liefdevol hart; Zijn Woord is Levend geworden in Zijn Zoon Jezus. God had met Zijn Woord, Jezus, een goede intentie; om de mensheid te redden van het kwaad en de hel door Zijn leven voor ons te geven. Deze intentie van zelfopofferende genade is bij Hem gedreven door Zijn goede natuur en goede begeertes: onvoorwaardelijke genadige liefde!
Gods Woord is niet verdwenen nadat Jezus gekruisigd was. Hij is levend en wel in de Hemel, in de Bijbel en in de harten van de wedergeboren Christenen door de Heilige Geest. Door het spreken van het Woord van het Evangelie kunnen wij, net als Jezus, opwekken uit de dood, niet lichamelijk maar geestelijk! Die autoriteit hebben wij gekregen op het moment dat wij Zijn kinderen zijn geworden. Wij hebben die kracht niet zelf, het zit in het Woord zelf - waar wij toe geroepen zijn een boodschapper van te zijn.
Tot wie dit Woord gesproken wordt is het een reiniging van het hart. Het is de Waarheid die een door leugens en misleiding verstrikt hart ontmanteld. Het is de Vrijspraak van een door de wet veroordeeld hart. Het is de Reiniging van het bezoedelde geweten wat het eigen hart aanklaagt. Het is de Bevrijding van de slavernij van de zonde wat sinds de zondeval wordt bekrachtigd door de kwade begeertes van het hart. Het is de Overwinning op de macht en heerschappij van het kwaad in je lichaam en je leven. Het is de overwinning over het eeuwige oordeel van de hel!
Als boodschappers van het Woord van God hebben wij niet de autoriteit om de almachtige kracht van God naar eigen wil en tijd uit te spreken om daarmee letterlijk bergen te verplaatsen, over water te lopen of Lazarus te doen opstaan. Dit is niet Gods wil, dit zijn natuurlijke wonderen die getuigen van een geestelijke waarheid. Wij zullen door het geloof bergen aan problemen overwinnen, we zullen door het geloof niet zinken in de storm van zeer woeste levensomstandigheden en we zullen velen Lazarussen doen opstaan uit de geestelijke dood tot in het eeuwige leven. Dit zijn veel grotere wonderen! Wat hebben wij er aan om de hele wereld met alle welvaart, gezondheid en rijkdom te winnen maar vervolgens onze vruchtbaarheid en ziel te verliezen? Onze strijd is niet van vlees en bloed maar dat van goed en kwaad met eeuwige gevolgen.
Johannes 14:12 (HSV)
12 Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie in Mij gelooft, zal de werken die Ik doe, ook doen, en hij zal grotere doen dan deze, want Ik ga heen naar Mijn Vader.
Efeziërs 6:12 (HSV)
12 Want wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers van de duisternis van dit tijdperk, tegen de geestelijke machten van het kwaad in de hemelse gewesten.
God is zeker bij machte bovennatuurlijke wonderen te verrichten en dat doet Hij ook, maar alleen op momenten als Hij dat wil en bij personen bij wie Hij het wil. De Bijbel leert ons niet precies wanneer God dat toestaat maar we vinden de grootste tekenen en wonderen vooral terug op de momenten dat de strijd tussen goed en kwaad het hevigst is en als God nieuwe openbaringen doet. Denk aan de bevrijding uit Egypte, de komst van de Wet van Mozes, de intreding in Israël bij Jericho, de strijd tussen Baäl en de HEER, de komst van Jezus, de apostolische uitbreiding van de Bijbel, de uitbreiding van de vroege kerk en ook in de eindtijd als Israël in de grote verdrukking zal worden bekeerd tot de HEER Jezus Christus. Hoewel de Heilige Geest nog steeds bovennatuurlijke gaven uitdeelt aan wie Hij wil is dat zeker niet in dezelfde omvang als bij deze momenten en als helemaal niet op afroep naar wil van de mens. Het zal dan zijn als Gods getuigenis over jou als jij het Evangelie verkondigd in Naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.
Als kinderen van God mogen wij Hem natuurlijk wel altijd dingen vragen die we zelf begeren door tot Hem te bidden. Als wij tot Hem bidden en iets vragen in Zijn Naam dan zullen wij alles krijgen als wij het maar geloven met zekerheid. In Zijn Naam bidden betekent dan conform de wil van God. Als Hij het niet wil zullen wij het ook niet ontvangen, Hij weet het immers beter dan ons, Hij weet wat goed voor ons is - ook al lijkt het voor ons slecht. Zo had Paulus bijzondere bovennatuurlijke krachten gekregen maar ook een doorn in het vlees omdat het hem behield van hoogmoed en gegrond hield op de simpele genade van God. Dit maakte Paulus tot wie hij was, een immens vruchtbare Christen in een zwak lichaam die vervuld was met de kracht van God: liefde, genade, waarheid en wijsheid!
Charismatische 'proclameer' bewegingen hebben het helaas niet goed begrepen. Zij richten zich veelal op het verbeteren van de natuurlijke wereld door het gebruik van bovennatuurlijke krachten. Dit wordt niet gedreven door de wil van de Vader maar door de wil van het vlees! De wil van God is het tegenovergestelde; dat wij ons richten op het verbeteren van de geestelijke gesteldheid door de natuurlijke kracht van ons mond ten goede te gebruiken. Door het spreken van Gods Woord manifesteren wij het goede wat leidt tot het natuurlijke en geestelijke leven. Dit Woord is onze genezing, ons leven, onze verdediging en onze aanval. Dat Woord zál zegevieren. Ga dan heen en zaai, vermenigvuldig het brood, overvloei je levende water, vul je lamp en verspreid het licht, maak smaak door het zout. Wees een verstandige dienaar en verkondig het Evangelie van de HEER Jezus Christus wat de kracht heeft van het eeuwige leven!