In het begin was het Woord

JOHANNES 1:1–14 (HSV)
1 In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. 2 Dit was in het begin bij God. 3 Alle dingen zijn door het Woord gemaakt, en zonder dit Woord is geen ding gemaakt dat gemaakt is. 4 In het Woord was het leven en het leven was het licht van de mensen. 5 En het licht schijnt in de duisternis, en de duisternis heeft het niet begrepen.
14 En het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond (en wij hebben Zijn heerlijkheid gezien, een heerlijkheid als van de Eniggeborene van de Vader), vol van genade en waarheid.
Het begin en het einde
Laten we Johannes volgen en in het begin van het Woord van God kijken, in Genesis 1. Hier lezen we dat Genesis 1:1 óók begint met de de woorden “In het begin schiep God …”. We missen alleen “het Woord” in deze zin, of toch niet? In de Hebreeuwse grondtekst staat een onvertaald woord precies in het midden van Genesis 1:1. Dit woord אֵת (“et”) heeft in het Hebreeuws officieel geen betekenis en wordt gebruikt voor de grammaticale opbouw van zinnen.
הָאָרֶץ | וְאֵת | הַשָּׁמַיִם | אֵת | אֱלֹהִים | בָּרָא | בְּרֵאשִׁית |
ha’aretz | ve’et | hashamayim | et | elohim | bara | bereshit |
de aarde | en | de Hemel | – | God | schiep | In het begin |
Genesis 1:1 – van rechts naar links
Als we ons echter realiseren dat dit de letters Aleph (A) en Tav (T) zijn, de eerste en laatste letters van het Hebreeuwse alfabet, dan zou er bij Christenen een belletje moeten gaan rinkelen! De eerste en laatste letter van het alfabet duiden niet alleen het hele alfabet aan, waarmee het Woord van God wordt geschreven, ze verwijzen ook naar een ander bekend vers in de Bijbel:
OPENBARING 1:1–8 (HSV)
1 Openbaring van Jezus Christus, die God Hem gegeven heeft om Zijn dienstknechten te laten zien wat spoedig moet geschieden, en Hij heeft die door Zijn engel gezonden en aan Zijn dienstknecht Johannes te kennen gegeven. 2 Deze heeft van het Woord van God getuigd en van het getuigenis van Jezus Christus, alles wat hij gezien heeft. … 8 Ik ben de Alfa en de Omega, het Begin en het Einde, zegt de Heere, Die is en Die was en Die komt, de Almachtige.
Het is Jezus, die de Alfa en de Omega is, de Aleph en de Tav, De A en de Z, de eerste en de laatste, het begin en het einde. Hij is in Genesis, midden in de schepping van de hemel en aarde en Hij is ook in Openbaring, de voltooiing van de hemel en aarde!
הָאָרֶץ | וְאֵת | הַשָּׁמַיִם | אֵת | אֱלֹהִים | בָּרָא | בְּרֵאשִׁית |
ha’aretz | ve’et | hashamayim | et | elohim | bara | bereshit |
de aarde | en | de Hemel | AΩ | God | schiep | In het begin |
Genesis 1:1 – van rechts naar links
De Menora als sleutel voor Genesis 1
Jezus zit niet alleen in dat woordje “et” verborgen, Hij zit ook verborgen in het scheppingsverhaal zelf. We vinden daarvan een aanwijzing in Openbaring 1, direct nadat Jezus zichzelf de Alpha en Omega noemt. In deze aanwijzing zit een patroon, een sleutel, die we kunnen gebruiken in het scheppingsverhaal.
OPENBARING 1:12–13 (HSV)
12 En ik keerde mij om, om de stem te zien die met mij had gesproken. En toen ik mij had omgekeerd, zag ik zeven gouden kandelaren. 13 En te midden van de zeven kandelaren zag ik Iemand Die op de Zoon des mensen leek …
Deze 7 gouden kandelaren zijn namelijk een menora, een Joodse kandelaar die in de Tempel en in het Tabernakel van God stond. Als we de menora gebruiken in de zin van Genesis 1:1 staat de “Alpha en Omega/Aleph en Tav” centraal, in het midden van de gouden kandelaren! Ditzelfde patroon zien we ook als we de scheppingsdagen van buiten naar binnen laten wijzen, naar het midden, de “sabbatsrust”.
De Aleph/Tav centraal
De Sabbat/rust centraal
Natuurlijk kunnen we niet zomaar onze eigen volgorde en invulling geven aan de schepping en interpretatie van symbolen en geheimenissen, dat kan alleen als we de Bijbel kunnen gebruiken om aan te tonen dat dit ook werkelijk zo bedoeld is door God en dat gaan we ook zien.
Johannes heeft dit verborgen geheimenis van Genesis 1 niet alleen in zijn evangelie aangehaald maar ook in het boek van Openbaring, die hij van Jezus geopenbaard kreeg. Wij kunnen nu door de Heilige Geest en het Woord van God deze ontzagwekkende mysteriën aanschouwen die God al sinds het begin van de tijd verborgen maar voor ogen heeft gehad. Dit mysterie is namelijk de openbaring van Jezus en Zijn Evangelie!
MATTEÜS 11:28 (HSV)
28 Kom naar Mij (Jezus) toe, allen die vermoeid en belast zijn, en Ik zal u rust geven.
EFEZIËRS 3:8–9 (HSV)
8 Mij, de allerminste van alle heiligen, is deze genade gegeven, om onder de heidenen door het Evangelie de onnaspeurlijke rijkdom van Christus te verkondigen, 9 en allen te verlichten, opdat zij mogen begrijpen wat de gemeenschap aan het geheimenis inhoudt, dat door de eeuwen heen verborgen is geweest in God, Die alle dingen geschapen heeft door Jezus Christus,
We zien Jesus (Alpha en Omega) centraal staan in de menora van de schepping en de scheppingsdagen (de Rust). De kandelaren van de menora links en rechts van de middelste zijn met elkaar verbonden, 3 links en 3 rechts. In de scheppingsdagen is er ook een niet te negeren overeenkomst tussen die kandelaren die met elkaar verbonden zijn! Aan de ene kant is de omgeving/ruimte en aan de andere kant de invulling hiervan.
Dag 1 en 4
Licht en de duisternis (1)
hemellichamen (4)
Dag 2 en 5
Water en de hemel (2)
vissen en vogels (5)
Dag 3 en 6
Land en de groen (3)
dieren en mensen (6)
Deze 3 beelden zijn als ‘parabelen’ die door de hele Bijbel gebruikt worden waaronder door Jezus zelf omdat ze over Hem gaan. Waarheden die door de eeuwen heen verborgen waren totdat Jezus als Mens werd geopenbaard en Hij ons dit openbaarde met parabelen en in het boek van Openbaring.
Parabel 1: Het licht van de wereld
Het eerste beeld is dat het scheiden van het licht en de duisternis, de twee ultieme tegenpolen binnen de schepping.
GENESIS 1:2-3 (HSV)
2 De aarde nu was woest en leeg, en duisternis lag over de watervloed; en de Geest van God zweefde boven het water. 3 En God zei: Laat er licht zijn! En er was licht.
GENESIS 1:14–16 (HSV)
14 En God zei: Laten er lichten zijn aan het hemelgewelf om scheiding te maken tussen de dag en de nacht; en laten zij zijn tot tekenen, en tot aanduiding van vaste tijden en van dagen en jaren! 15 En laten zij tot lichten zijn aan het hemelgewelf om licht te geven op de aarde! En het was zo. 16 En God maakte de twee grote lichten: het grote licht om de dag te beheersen en het kleine licht om de nacht te beheersen; en ook de sterren.
Je kunt de schepping van licht in de duisternis letterlijk interpreteren, zoals het in Genesis 1 letterlijk wordt omschreven maar we zullen zien dat we de parabelen ook profetisch, geestelijk en kosmisch kunnen interpreteren! Alle 3 de parabelen verwijzen namelijk naar gebeurtenissen die later vervult zullen worden (profetie), ze hebben een toepassing in ons geestelijk leven (spiritueel) en ze spreken over de hemelse strijd tussen goed en kwaad (kosmisch).
Het profetische beeld
Als we de schepping van het licht in de duisternis zien als een voorschaduw naar iets wat komen zal hoeven we niet lang na te denken over wat dat licht dan betekent. Dit Licht wat naar de duisternis is gekomen verwijst natuurlijk naar de komst van Jezus Christus in de wereld. Dit Licht wordt niet alleen in Nieuwe Testament aangehaald, het is ook een veelvuldig gegeven profetie in het Oude Testament. De oude profeten waren dan ook zeer benieuwd wat dit geheimenis in zou houden.
JESAJA 9:1 (HSV)
Het volk dat in duisternis wandelt, zal een groot licht zien. Zij die wonen in het land van de schaduw van de dood, over hen zal een licht schijnen.JOHANNES 1:4-5 (HSV)
4 In het Woord was het leven en het leven was het licht van de mensen. 5 En het licht schijnt in de duisternis, en de duisternis heeft het niet begrepen.JOHANNES 8:12 (HSV)
12 Jezus dan sprak opnieuw tot hen en zei: Ik ben het Licht der wereld; wie Mij volgt, zal beslist niet in de duisternis wandelen, maar zal het licht van het leven hebben.LUCAS 10 (HSV)
24 Want Ik zeg u dat veel profeten en koningen de dingen hebben willen zien die u ziet, en zij hebben ze niet gezien; en te horen de dingen die u hoort, en zij hebben ze niet gehoord.
Jezus is Zelf de vervulling van het beeld van het Licht in de duisternis. Hij is het Licht die naar de aarde kwam om ons de Waarheid, de Weg en het Leven te openbaren. God zelf, geboren in het vlees, het levende Woord van God die ons in de duisternis de weg naar huis wijst!
Het geestelijke beeld
Goed vs. kwaad
Licht en de duisternis zijn natuurlijk ook bekende symbolen voor de verschillende aspecten in de karakters van God en de satan, goed en het kwaad. Denk bijvoorbeeld aan de waarheid en de leugen, het leven en de dood, de rechtvaardigheid en de onrechtvaardigheid, de vrijheid en de slavernij. Dit zijn allemaal voorbeelden van twee tegenpolen, de twee wegen die wij tegenkomen binnen alle keuzes binnen ons leven. Kiezen wij er voor in duisternis te wandelen of in het licht? Doen wij goed of doen wij kwaad? Vertellen wij de waarheid of liegen we?
Bewust of onbewust, we kiezen door iets goeds of iets kwaads te doen om diegene te volgen uit wie het goede of kwade uiteindelijk voortkomt: God of de satan. Vanuit dat perspectief voeren wij een geestelijke strijd; door het goede of kwade te doen dragen we bij aan de verspreiding van het licht of de duisternis op de aarde en volgen we daarmee diens bevelhebber, God of de satan. Wij worden dan ook geroepen om in het licht te wandelen, de duisternis leidt immers naar het kwaad en naar de dood en het licht leidt naar het goede en het leven, want daar is God. God ís het Licht en als we bij Hem willen zijn moeten we in dat Licht wandelen.
JESAJA 59:9 (HSV)
Daarom is het recht ver van ons en bereikt de gerechtigheid ons niet. Wij zien uit naar licht, maar zie, er is duisternis; naar stralend licht, maar wij wandelen in donkerheid.
1 PETRUS 2:9 (HSV)
9 Maar u bent een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilig volk, een volk dat God Zich tot Zijn eigendom maakte; opdat u de deugden (karaktereigenschappen) zou verkondigen van Hem Die u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht,
EFEZIËRS 6:12 (HSV)
12 Want wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers van de duisternis van dit tijdperk, tegen de geestelijke machten van het kwaad in de hemelse gewesten.
Waarheid vs. leugen
Licht en duisternis zijn ook een beeld van kennis van goed en kwaad. Het licht is de waarheid en de duisternis is de verwarring, de leugen, waar je niet ziet waar je loopt en waar je ten val komt. God houdt van ons en wil ons redden uit die duisternis.
Wij kunnen dat niet op eigen kracht, daarom heeft Hij een reddingsplan bedacht: doordat Jezus voor ons is gestorven heeft Hij ons vrijgekocht uit die duisternis. Iedereen die in Hem gelooft ontvangt de Heilige Geest, de Geest van God die in ons komt wonen. God, het Licht zelf, de Waarheid en het Woord ís die Lamp in ons lichaam die ons denken en doen zal vernieuwen en ons uit de duisternis weg zal leiden.
1 JOHANNES 5:6 (HSV)
6 Hij is het Die kwam door water en bloed: Jezus, de Christus; niet door het water alleen, maar door het water en het bloed. En de Geest is het Die getuigt, omdat de Geest de waarheid is.1 JOHANNES 4:6 (HSV)
6 Wij zijn uit God. Wie God kent, luistert naar ons; wie niet uit God is, luistert niet naar ons. Hieraan herkennen wij de geest van de waarheid en de geest van de dwaling.JOHANNES 14:26 (HSV)
26 Maar de Trooster, de Heilige Geest, Die de Vader zenden zal in Mijn Naam, Die zal u in alles onderwijzen en u in herinnering brengen alles wat Ik u gezegd heb.
Het kosmische beeld
In het scheppingsverhaal vinden we details die mysteriën vanuit het perspectief van de hemelse machten openbaren. De zon, maan en sterren zijn namelijk symbolen voor de hoofdrolspelers in het verhaal van Jezus, ze zijn representaties van hemelse personen en machten in de strijd tussen het licht en de duisternis!
In Openbaring 12-18 vinden we de spiegel van de 3 parabelen uit Genesis 1. Daar vinden we exact dezelfde hemellichamen en krijgen we ook geopenbaard wie deze hemellichamen representeren, waarom God het zo geschapen heeft!
OPENBARING 12:1–4, 9 (HSV)
12 En er verscheen een groot teken in de hemel: een vrouw, bekleed met de zon, en de maan was onder haar voeten en op haar hoofd een kroon van twaalf sterren. 2 En zij was zwanger en schreeuwde het uit in barensnood en in haar pijn om te baren. 3 En er verscheen een ander teken in de hemel. En zie: een grote vuurrode draak met zeven koppen en tien hoorns. En op zijn koppen zeven diademen. 4 En zijn staart veegde het derde deel van de sterren van de hemel en wierp die op de aarde. En de draak stond voor de vrouw, die op het punt stond te baren, om haar Kind te verslinden, zodra zij Het gebaard zou hebben.
9 En de grote draak werd neergeworpen, namelijk de oude slang, die duivel en satan genoemd wordt, die de hele wereld misleidt (duisternis). Hij werd neergeworpen op de aarde en zijn engelen (sterren) werden met hem neergeworpen.
Zonder hier al te diep op in te gaan – want dat is een studie op zich – zien we de zon, de maan, de sterren, de vrouw en de draak. De zon is een beeld van Jezus, Hij is het Licht van de wereld, De vrouw is gekleed met het Licht van de zon (Jezus). Uit haar, komt het Kind, Jezus de Mensenzoon voort zoals Hij uit Israël kwam, de vrouw is dan ook een beeld van het volk van God, de maagd. Satan is natuurlijk de draak die tegen het Licht strijdt. Hij is degene die probeert Jezus te doden toen Hij geboren was. Dat is niet alleen een geestelijk beeld, hij deed dit ook daadwerkelijk door Herodes, die alle pasgeboren zoons probeerde te doden toe hij leerde dat de Messias was geboren. En later lukte het hem door de kruisiging via de Farizeeën en de Romeinen.
MATTEÜS 2:16 (HSV)
16 Toen werd Herodes, die zag dat hij door de wijzen bedrogen was, verschrikkelijk kwaad. Hij stuurde er soldaten op uit en bracht al de kinderen om die er binnen Bethlehem en in heel dat gebied waren, van twee jaar oud en daaronder, in overeenstemming met de tijd die hij bij de wijzen nauwkeurig nagevraagd had.
Dit kosmische perspectief is een hemels beeld van het reddingsplan van God, hoe Hij zijn Zoon, het Licht, naar de aarde brengt via Israël en hoe de draak Hem probeert tegen te houden. In Genesis verborgen en door Jezus via Johannes in Openbaring geopenbaard!
Parabel 2: De wedergeboorte
In de tweede parabel lezen we de scheiding van de wateren onder (de zee) en boven (wolken) door het gewelf, de hemel. Net als bij de eerste parabel maakt God een scheiding, ditmaal tussen de wateren in de zee en de wolken, de wateren die als damp in de hemel zweven. Er is ook een verschil in de levende wezens uit de zee (vissen en zeemonsters) en die in de lucht (vogels).
GENESIS 1:6, 20-21 (HSV)
6 En God zei: Laat er een gewelf zijn in het midden van het water, en laat dat scheiding maken tussen water en water!
20 En God zei: Laat het water wemelen van wemelende levende wezens; en laten er vogels boven de aarde vliegen, langs het hemelgewelf! 21 En God schiep de grote zeedieren en alle krioelende levende wezens waarvan het water wemelt, naar hun soort, en alle gevleugelde vogels naar hun soort. En God zag dat het goed was.
Het profetische beeld
Net als de eerste parabel van licht en duisternis is deze parabel een voorschaduw naar een daadwerkelijk vervulling door Jezus.
De doop
In Jezus’ doop zien we alles in één beeld terugkomen: het water onder is de Jordaan waar Jezus in gaat en uit omhoog komt. Vervolgens komt de Heilige Geest als vogel (duif) uit de hemel!
MATTEÜS 3:16 (HSV)
En nadat Jezus gedoopt was, kwam Hij meteen op uit het water; en zie, de hemelen werden voor Hem geopend, en Hij zag de Geest van God als een duif neerdalen en op Zich komen.
Jezus liet zich niet dopen om zich te bekeren van Zijn zonden, Hij was immers zonder zonden. Ook Johannes de doper vroeg dat zich af, “Jezus zou hem moeten dopen” in plaats van andersom. Jezus zei dat wij alles moeten doen wat de Vader van ons vraagt. Maar waarom liet Hij zich dan dopen?
In de doop liet Jezus ons zien dat Hij een bewuste keuze maakte om op dat moment uit de duisternis (verborgenheid) van de wereld te komen en in het licht te treden (in de openbaarheid). Zijn leven veranderde op dat moment, een bekering tot een nieuw leven hoewel Hij zonder zonden was. Op het moment van die bekering uit het verborgene werd Hij vervult van de Heilige Geest en startte Hij, nadat Hij 40 dagen in de woestijn was verzocht, met de verkondiging én vervulling van het Evangelie.
MATTEÜS 4:17 (HSV)
17 Van toen af begon Jezus te prediken en te zeggen: Bekeer u, want het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen.
De wederopstanding
De parabel van “uit het water” wordt niet alleen vervult door de doop en openbaar wording van Jezus. De doop is namelijk op zichzelf een profetie en voorschaduw naar Zijn dood, wederopstanding en hemelvaart! Dit is de werkelijke profetische vervulling die we in meer diepte zullen behandelen in de geestelijke interpretatie van deze parabel.
De doop van Jezus
De dood en wederopstanding van Jezus
Een leuke side note die ik je niet wil onthouden is die van Moses. Moses betekent namelijk “uit het water” genomen, de naam die de dochter van de Farao hem geeft als ze hem uit het rieten mandje uit het water haalt! Hij zou Israël daarna bevrijden zoals Jezus na Zijn doop te werk ging. Een voorschaduw naar Jezus? Mozes zou later ook het volk Israël door het water van de Rietzee.
Het geestelijke beeld
In de eerste parabel van licht en duisternis zagen we het geestelijke beeld van wandelen in licht en duisternis. De oorsprong van het goede en het kwaad en hoe God voor ons door de Heilige Geest een Licht is waardoor wij uit de macht van de duisternis kunnen komen. De tweede parabel spreekt tot ons om ons te bekeren tot God en in dienst te komen in het Koninkrijk van het Licht.
De wedergeboorte
De doop is voor de Christen een van de eerste daden uit het geloof. De doop symboliseert enerzijds ons geloof in de dood en wederopstanding van Jezus en anderzijds onze wil om ons te bekeren van de duisternis tot het Licht, het kwade en de zonde achter ons te laten en ons in te zetten voor het goede. We laten door de doop zien dat wij met Jezus worden begraven, dood gaan voor deze wereld en ook met Jezus opstaan uit de dood. Natuurlijk niet fysiek maar geestelijk.
Met de doop maken we een openbare geloofsbelijdenis dat wij Jezus willen volgen. Het is het beeld van de bekering, de wateren onder en de wateren boven, de overgang van de dood naar het leven en die van de duisternis naar het licht.
KOLOSSENZEN 2:12 (HSV)
12 U bent immers met Hem begraven in de doop, waarin u ook met Hem bent opgewekt, door het geloof van de werking van God, Die Hem uit de doden heeft opgewekt.
1 PETRUS 3:21 (HSV)
21 Het tegenbeeld daarvan, de doop, behoudt nu ook ons. Maar niet als een verwijderen van het vuil van het lichaam, maar als vraag aan God van een goed geweten, door de opstanding van Jezus Christus,
Onze redding zelf komt echter niet door de doop door water maar door de doop met de Heilige Geest. Nadat wij tot het geloof in Jezus zijn gekomen en zijn ‘gewassen’ door Zijn Bloed zal de Heilige Geest in ons komen wonen. Dit is de ware doop die ons voor de eeuwigheid levend herenigt met God. Deze doop met de Heilige Geest is de wedergeboorte.
We zijn als water wat uit de zee is verdampt en zweven als wolken in de hemel, in de Heilige Geest. We zijn niet langer onderdeel van de zee, het geestelijke dodenrijk, het water onder de aarde. Wij zijn nu levend, in de Geest in het Koninkrijk van de Hemel.
JOHANNES 3:5 (HSV)
5 Jezus antwoordde: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Als iemand niet geboren wordt uit water en Geest, kan hij het Koninkrijk van God niet binnengaan.JOHANNES 3:8 (HSV)
8 De wind waait waarheen hij wil en u hoort zijn geluid, maar u weet niet waar hij vandaan komt en waar hij heen gaat; zo is het met iedereen die uit de Geest geboren is.TITUS 3:5 (HSV)
5 maakte Hij ons zalig, niet op grond van de werken van rechtvaardigheid die wij gedaan hadden, maar vanwege Zijn barmhartigheid, door het bad van de wedergeboorte en de vernieuwing door de Heilige Geest.
Vissers van mensen
Nu we weten dat de zee een beeld is van het geestelijke dodenrijk en de wolken en hemel een beeld zijn van de heiligen wordt het ook duidelijker wie de vissen zijn. Dat zijn de geestelijke doden, zij zijn als de vissen die in het water onder de aarde zwemmen. Wij zijn – als het ware – door de wedergeboorte uit dit water ‘gevist’. We leven daarom niet langer als vissen in het water onder de aarde maar we leven Hemels, naar de wil van de Heilige Geest, gedreven door de wind van God.
Wij worden door God geroepen om Zijn Licht te verspreiden en ook om ‘vissers van mensen’ te worden! Wij moeten proberen om anderen uit het dodenrijk te vissen door ze tot het geloof te leiden, net als bij ons is gebeurd, in de voetstappen van dé Visser, onze Heer Jezus Christus.
JEREMIA 16:16 (HSV)
16 Zie, Ik ga boden tot vele vissers zenden, spreekt de HEERE, dat zij hen moeten opvissen. …
MATTEÜS 4:19 (HSV)
19 En Hij zei tegen hen: Kom achter Mij aan, en Ik zal u vissers van mensen maken.
JOHANNES 5:25 (HSV)
25 Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: De tijd komt en is nu dat de doden de stem van de Zoon van God zullen horen, en dat wie hem horen, zullen leven.
Het kosmische beeld
Het kosmische beeld van de eerste parabel was dat van de strijd tussen licht en duisternis, dat de duivel probeerde het licht van de aarde te stoppen. Ook de tweede parabel is een strijd tussen het goed en kwaad, de strijd om de bekering van mensen tussen de koninkrijken van de duisternis en het Koninkrijk van de Hemel. Beiden koninkrijken streven er naar zoveel mogelijk zielen voor zich te winnen, de een tot eeuwig leven en de ander tot de eeuwige duisternis.
De strijd tussen de koninkrijken van de duisternis en de Hemel
Waar de vissen een beeld zijn van de ongelovigen is de zee een beeld van alle heidenvolken samen. Door de Bijbel heen zien we dit beeld ook consequent terugkomen.
JESAJA 17:13
de volken razen woest, zoals het wildste water raast.
OPENBARING 17 (HSV)
15 En hij zei tegen mij: De wateren die u gezien hebt, waaraan de hoer zit, zijn volken, menigten, naties en talen.OPENBARING 20:13
De zee stond de doden die ze in zich had af, en ook de dood en het dodenrijk stonden hun doden af.
De wolken daarentegen zijn een beeld van de Heilige Geest, de Gemeente en het Koninkrijk van de Hemel. Als de Heer terugkomt is dat ‘te midden van de wolken’, dit is een parallel met Judas’ beeld van dat Jezus terug zal komen met ‘de heiligen’.
JUDAS 14
Zij zijn het ook over wie Henoch, de zevende vanaf Adam, geprofeteerd heeft toen hij zei: ‘Ik zie de Heer komen met zijn heilige tienduizendtallen
OPENBARING 5:11
Hij komt te midden van de wolken, en dan zal iedereen hem zien
Dit beeld van de wedergeboren heiligen als volk zien we ook terug in de kringloop van het water. De heiligen worden in de Geest, de wolken, gedreven door de wind om de aarde te bevochtigen en het leven te brengen.
De engelen
Naast de vissen, die ongelovige mensen representeren, zien we in het beeld van Genesis 1 ook nog vogels. Dit is een beeld van de wezens uit de spirituele wereld die wij niet kunnen zien, bijvoorbeeld de engelen, zij bewonen de spirituele wereld net als de vogels onze hemel bewonen. Zie naast het voorbeeld van de duif (vogel) en de Heilige Geest ook het voorbeeld uit de gelijkenis van het zaad, waar satan een vogel is die het Woord wegpikt.
MARKUS 4:4-15
Tijdens het zaaien viel een deel van het zaad op de weg, en de vogels kwamen en aten het op … Sommigen zijn als het zaad dat op de weg valt: het woord wordt wel gezaaid, maar wanneer ze het gehoord hebben, komt meteen Satan om het woord weg te graaien dat in hen gezaaid is.
Het beest uit de zee
Naast vissen (ongelovigen) en vogels (hemelse machten) worden er ook zeemonsters benoemd in Genesis 1, zij representeren de aardse machten die over de aarde regeren of een andere noemenswaardige invloed uitoefenen. In Openbaring 13 zien we het beest uit de zee die de aardse koninkrijken voorstellen die satan sinds het begin van de wereld heeft gebruikt om de aarde te onderwerpen. Hij gebruikt deze koninkrijken om tegen het Koninkrijk van de Hemel en diens heiligen te strijden om zo veel mogelijk mensen in de duisternis te krijgen.
OPENBARING 13:1, 7
Toen zag ik uit de zee een beest opkomen. Het had tien horens en zeven koppen; het had een kroon op elke horen, en er stonden godslasterlijke namen op zijn koppen.
7 En het beest werd macht gegeven om oorlog te voeren tegen de heiligen en om hen te overwinnen, en hem werd macht gegeven over elke stam, taal en volk.
Dit beest uit de zee is een beeld van dé antichrist maar ook een beeld van de macht die het koninkrijk van de duisternis door de tijd heen middels verschillende aardse koninkrijken heeft gehad over de aarde. Het beest heegft namelijk 7 koppen: Egypte, Assyrië, Babylonië, Mede-Perzië, Griekenland, het Romeinse Rijk en het eindrijk van de antichrist, ze zijn allen echter onderdeel van één en dezelfde macht, het is één beest. Deze rijken staan door de Bijbel heen en hebben allen overeen dat ze het volk van God onderdrukken en overwonnen hebben door de macht die het van de duivel heeft gekregen. Dit is dezelfde beeldspraak als de draak (satan) die de vrouw (Israël) probeert te vervolgen in het eerste parabel van licht en duisternis in Openbaring 12.
We weten ook dat de duivel Jezus probeerde te verleiden om Hem de macht te geven over al deze koninkrijken op aarde mits Hij satan zou aanbidden. Dit bevestigd het beeld van deze parabel dat het gaat over de volken en koninkrijken van de duisternis en het licht. Satan is de oorsprong van deze duisternis en is ook de machthebber over de aardse koninkrijken van de duisternis. De ongelovigen leven zonder het door te hebben in deze duisternis onder de slavernij van de macht van het kwaad, de zonde.
LUCAS 4:5–6 (HSV)
5 En daarna bracht de duivel Hem op een hoge berg en liet Hem in een ogenblik tijd al de koninkrijken van de wereld zien. 6 En de duivel zei tegen Hem: Ik zal U al deze macht en de heerlijkheid van deze koninkrijken geven, want die is aan mij overgegeven en ik geef die aan wie ik maar wil;
Jezus was hierdoor natuurlijk niet te verleiden en misleiden. Het Koninkrijk van Jezus is niet van deze aarde, het is een Hemels Koninkrijk, geestelijk, hoog boven de aarde. Een Koninkrijk van licht wat met de duisternis niets te maken wil hebben.
JOHANNES 18:36 (HSV)
36 Jezus antwoordde: Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld. Als Mijn Koninkrijk van deze wereld was, zouden Mijn dienaars gestreden hebben, opdat Ik niet aan de Joden overgeleverd zou worden, maar nu is Mijn Koninkrijk niet van hier.
Mysterie Babylon
In de eerste parabel van het licht en de duisternis zien we een hemels beeld van de vrouw die geestelijk Israël uitbeeld, het volk van God die strijdt tegen de draak, het kwaad. In Openbaring 17 zien we het tegenbeeld van Israël, namelijke de hoer van Babylon. Zij is het volk die in duisternis leeft, de ongelovigen. Ze zit op de rug van het beest van de zee, de koninkrijken van de aarde en is de moeder van alle duistere koninkrijken van de aarde van het beest.
Dit wil zeggen dat de heidenvolken gebruik maken maken van de koninkrijken en de machten van de duisternis, ze rijden er op en ze leven er naar. Zij voert de heerschappij uit over de aarde, zij hebben zichzelf de macht en het land van de aarde toegeëigend terwijl dit eigenlijk de heiligen toekomt.
OPENBARING 17 (HSV)
1 En een van de zeven engelen die de zeven schalen hadden, kwam en sprak met mij en zei tegen mij: Kom, ik zal u het oordeel over de grote hoer laten zien, die aan vele wateren zit.
3 En in de geest bracht hij mij weg naar een woestijn. En ik zag een vrouw zitten op een scharlakenrood beest, dat vol van godslasterlijke namen was, met zeven koppen en tien horens.
5 En op haar voorhoofd stond een naam geschreven: Geheimenis, het grote Babylon, de moeder van de hoeren en van de gruwelen van de aarde.
15 En hij zei tegen mij: De wateren die u gezien hebt, waaraan de hoer zit, zijn volken, menigten, naties en talen.
18 En de vrouw die u gezien hebt, is de grote stad, die koninklijke heerschappij voert over de koningen van de aarde.
Parabel 3: Wees vruchtbaar en vermenigvuldig!
Het derde beeld in Genesis 1 is dat van land, groen en levende wezens en het thema van de vruchtbaarheid en heerschappij. Er is net als de eerdere parabelen een onderscheid, ditmaal tussen dier en mens omdat de mens is geroepen om over de dieren te heersen.
GENESIS 1:9–12, 24–30 (HSV)
9 En God zei: Laat het water dat onder de hemel is, in één plaats samenvloeien en laat het droge zichtbaar worden! … 11 En God zei: Laat de aarde groen doen opkomen, zaaddragend gewas, vruchtbomen, die naar hun soort vrucht dragen, waarin hun zaad is op de aarde! En het was zo.
24 En God zei: Laat de aarde levende wezens naar hun soort voortbrengen: vee, kruipende dieren en wilde dieren van de aarde, naar zijn soort! En het was zo. … 26 En God zei: Laten Wij mensen maken naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis; en laten zij heersen over de vissen van de zee, over de vogels in de lucht, over het vee, over heel de aarde en over al de kruipende dieren die over de aarde kruipen! … 28 En God zegende hen en God zei tegen hen: Wees vruchtbaar, word talrijk, vervul de aarde en onderwerp haar, en heers over de vissen van de zee, over de vogels in de lucht en over al de dieren die over de aarde kruipen! 29 En God zei: Zie Ik geef u al het zaaddragende gewas dat op heel de aarde is, en alle bomen waaraan zaaddragende boomvruchten zijn; dat zal u tot voedsel dienen. 30 Maar aan al de dieren van de aarde, aan alle vogels in de lucht en aan al wat over de aarde kruipt, waarin leven is, heb Ik al het groene gewas tot voedsel gegeven. En het was zo.
Het profetische beeld
Jezus was de vervulling van de eerste 2 parabelen, Hij is het Licht voor de aarde en Hij is de dood en wederopstanding voor allen die in Hem geloven. De laatste parabel van vruchtbaarheid en heerschappij worden ook door Hem vervult. Jezus is niet alleen dé Vrucht en de meest vruchtbare Mens ooit, hij is ook de Koning der Koningen en zal op een dag de heerschappij over de aarde terugeisen van de duisternis.
De Vrucht
Jezus was niet alleen dé geprofeteerde Vrucht, Hij was ook vruchtbaar in de zin van dat Hij wonderbaarlijke werken deed die voortkwamen uit de Heilige Geest, Hij was vruchtbaar in de zin van de verkondiging van het Woord van God (de waarheid) én Hij was vruchtbaar in de zin van dat Hij vele volgelingen krijgt, Christenen. De belangrijkste vrucht, voor ons althans, is echter dat Hij met Zijn dood en wederopstanding onze zonden heeft afgedaan, dat eenieder zal worden gered die in Jezus gelooft!
JESAJA 11 (HSV)
1 Want er zal een Twijgje (Jezus) opgroeien uit de afgehouwen stronk van Isaï, en een Loot uit zijn wortels zal vrucht voortbrengen.JESAJA 4 (HSV)
2 Op die dag zal de SPRUIT van de HEERE tot een heerlijk sieraad zijn, en de vrucht van de aarde tot trots en luister voor hen in Israël die ontkomen zijn.JESAJA 27 (HSV)
9 Daarom zal hierdoor de ongerechtigheid van Jakob verzoend worden. Dit is de volle vrucht: dat Hij zijn zonde zal wegdoen, wanneer Hij alle altaarstenen zal maken als stukgeslagen kalksteen; geen gewijde paal of wierookaltaar zal blijven staan.SPREUKEN 8 (HSV)
19 Mijn vrucht is beter dan bewerkt goud en dan zuiver goud, Mijn opbrengst beter dan het beste zilver.SPREUKEN 11 (HSV)
30 De vrucht van de rechtvaardige is een boom des levens, en wie zielen vangt, is wijs.
De heerschappij van Jezus en de heiligen
Naast de vruchtbaarheid is Jezus ook de vervulling van de heerschappij over de aarde, waartoe de mensheid sinds Genesis toe is geroepen maar die door de duisternis zijn afgenomen.
Op dit moment is Jezus de Koning van het Koninkrijk van de Hemel, een Koninkrijk niet van deze aarde maar op een bepaald moment in de toekomst zal Hij echter ook de heerschappij over de aarde krijgen. Hiermee zal Hij het beeld van de vruchtbaarheid en heerschappij ten volste vervullen! Ook wij Christenen zullen op een dag met Jezus regeren over de aarde zoals dat sinds de schepping de bedoeling is geweest.
JOHANNES 18 (HSV)
33 Pilatus dan ging het gerechtsgebouw weer in, riep Jezus en zei tegen Hem: Bent U de Koning van de Joden?
36 Jezus antwoordde: Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld. Als Mijn Koninkrijk van deze wereld was, zouden Mijn dienaars gestreden hebben, opdat Ik niet aan de Joden overgeleverd zou worden, maar nu is Mijn Koninkrijk niet van hier.OPENBARING 11 (HSV)
15 En de zevende engel blies op de bazuin, en er klonken luide stemmen in de hemel, die zeiden: De koninkrijken van de wereld zijn van onze Heere en van Zijn Christus geworden, en Hij zal Koning zijn in alle eeuwigheid.OPENBARING 20 (HSV)
6 Zalig en heilig is hij die deel heeft aan de eerste opstanding. Over hen heeft de tweede dood geen macht, maar zij zullen priesters van God en van Christus zijn, en zij zullen met Hem als koningen regeren, duizend jaar lang.
Het geestelijke beeld
In de eerste twee parabelen zagen we het geestelijke beeld van het horen van het Woord van God, het Licht, en van de bekering of wedergeboorte in de Heilige Geest. In de laatste parabel van vruchtbaarheid en heerschappij worden wij geroepen om vruchtbaar te zijn in de Heilige Geest en te heersen over de zonde en de begeertes van het vlees.
Vruchtbaarheid
Vruchtbaarheid en het zaaien en oogsten is een veelvoorkomend thema in de parabelen van Jezus. In de derde parabel in Genesis zien we dezelfde beeldspraak: “wees vruchtbaar en wordt talrijk”. De belangrijkste parabel hierover is de parabel van de zaaier, als je deze begrijpt zul je de andere namelijk ook makkelijker begrijpen.
De parabel van de zaaier
Jezus sprak in de parabel van de zaaier over 4 soorten ontvangers van ‘zaad’.
MATTEÜS 13 (HSV)
3 En Hij sprak tot hen veel dingen door gelijkenissen. Hij zei: Zie, een zaaier ging eropuit om te zaaien. 4 En toen hij zaaide, viel een deel van het zaad langs de weg; en de vogels kwamen en aten dat op. 5 Een ander deel viel op steenachtige plaatsen, waar het niet veel aarde had; en het kwam meteen op, doordat het geen diepte van aarde had. 6 En toen de zon opgegaan was, verschroeide het; en doordat het geen wortel had, verdorde het. 7 Een ander deel viel tussen de dorens; en de dorens kwamen op en verstikten het. 8 En weer een ander deel viel in de goede aarde en gaf vrucht, het ene honderd-, het andere zestig-, en een ander dertigvoudig. 9 Wie oren heeft om te horen, laat hij horen.
Jezus legt vervolgens zelf uit wat deze gelijkenis betekent.
MATTEÜS 13 (HSV)
18 Luistert ú dan naar de gelijkenis van de zaaier. 19 Als iemand het Woord van het Koninkrijk hoort en het niet begrijpt, dan komt de boze en rukt weg wat in zijn hart gezaaid was; dat is hij bij wie langs de weg gezaaid is. 20 Maar bij wie op de steenachtige grond gezaaid is, dat is hij die het Woord hoort en dat meteen met vreugde ontvangt. 21 Hij heeft echter geen wortel in zichzelf, maar hij is iemand van het ogenblik; en als er verdrukking of vervolging komt omwille van het Woord, struikelt hij meteen. 22 En bij wie in de dorens gezaaid is, dat is hij die het Woord hoort; maar de zorgen van deze wereld en de verleiding van de rijkdom verstikken het Woord, en het wordt onvruchtbaar. 23 Bij wie in de goede aarde gezaaid is, dat is hij die het Woord hoort en begrijpt, die ook vrucht draagt en voortbrengt, de één honderd-, de ander zestig-, en de ander dertigvoudig.
Jezus legt uit dat het zaad het Woord van God is en dat de 4 gronden 4 verschillende soorten harten van mensen zijn die het Woord horen:
Mensen die het Woord horen maar direct weigeren (hart van steen);
Mensen die het Woord horen maar het niet wortelt in het hart;
Mensen die het Woord horen maar de wereld belangrijker vinden;
Mensen die het Woord horen, begrijpen én vrucht dragen!
De vruchtbare grond, de vierde persoon, is de grond die het Woord hoort en begrijpt. Hij bekeert zichzelf, een verandering van gedachten, hij gelooft in dat Woord! In die persoon kan het Woord vrijlijk groeien en zal het ook uit die persoon komen, in de vorm van vruchten. Het is ontzettend belangrijk om de betekenis van de vrucht te begrijpen, dat bepaald namelijk hoe we deze parabel en de vruchtbaarheid op de enige juiste manier zouden moeten interpreteren.
De vrucht
De vruchten zijn in bepaalde zin wel een beeld van goede daden en uitingen maar het is niet simpelweg goede daden doen zoals de gemiddelde uitleg van deze parabel zegt. Die uitleg impliceert namelijk dat wij door goede daden vruchtbaar zijn en dat onze redding daarvan afhankelijk is. Dit is een hele gevaarlijke gedachte die ons terug kan brengen onder het juk van de werken onder de wet terwijl dit niet de waarheid is!
Jezus zegt bijvoorbeeld in Mattheüs 7 dat alleen een goede boom goede vruchten kan voortbrengen en een slechte boom alleen slechte vruchten. Als we de vruchten interpreteren als goede werken dan zou een gered persoon nooit kunnen zondigen en een slecht persoon nooit iets liefs voor iemand anders kunnen doen. We weten natuurlijk dat dit wel kan, maar hoe kunnen we deze twee ogenschijnlijke tegenstrijdigheden dan uitleggen?
Simpel, de vrucht is helemaal niet een goede daad of goed werk, een vrucht is uitsluitend iets wat uit je komt omdat het zaad in je hart is geplant. Het is wel een daad wat je doet maar de oorsprong ervan is niet je eigen werk, het is het licht óf de duisternis in je wat uit je komt.
God is de enige oorsprong en bron van het goede, Hij is het Zaad, het levende Woord, wat in je leeft en Hij is het die uit jou komt om tot anderen te spreken door jou. Een ongelovig persoon kan dus wel een ‘goede daad’ doen of iets zeggen dat waarheid is maar dat komt dan niet uit de Bron, God zelf.
Als wij daarentegen als Christen een zonde begaan dan komt dat wel uit de duisternis voort die in ons is. Niet in onze geest of ziel, die is herboren in de Geest, maar uit onze zondige natuurlijke lichaam. Ook dit zal op een dag verdwijnen als we een nieuw lichaam zullen ontvangen maar tot die tijd zullen Christenen zowel de vruchten van de duisternis als het licht voortbrengen, afhankelijk van of wij wandelen in het vlees of in de Geest.
Een ongelovige kan echter nooit goede vruchten voortbrengen, hij heeft immers niet het Licht van de Heilige Geest in zich wonen en kan nooit dienst vruchten uitdragen maar ze kunnen er wel op lijken! Eventuele goede daden zijn namelijk wel goed als je ze beoordeeld volgens de wet maar hebben alsnog niet de oorsprong uit God, en dát is nou de ware vrucht waarover de parabelen spreken.
MATTEÜS 7 (HSV)
17 Zo brengt iedere goede boom goede vruchten voort en een slechte boom brengt slechte vruchten voort. 18 Een goede boom kan geen slechte vruchten voortbrengen en een slechte boom kan geen goede vruchten voortbrengen.ROMEINEN 3 (HSV)
12 Allen zijn zij afgedwaald, samen zijn zij nutteloos geworden. Er is niemand die goeddoet, er is er zelfs niet één.
Een mens kan dus in de ogen van God helemaal geen goede vrucht dragen totdat wij door het geloof worden gered en de Heilige Geest in ons komt wonen, en wij in de Geest leven en handelen. Die de vrucht, de Godsvrucht, is geen werk waarvoor wij hard moeten werken, deze vruchten komen uit onze nieuwe natuur, zonder moeite, door de transformatie en bekering door de kracht van de Heilige Geest wanneer wij wandelen in de Geest. Wij zijn niet de boom die de vrucht produceren, wij zijn de takken die de vrucht mogen dragen van de boom waarop we zijn ge-ent. Die boom is ware de boom van het leven, de Heer Jezus Christus.
JOHANNES 15 (HSV)
5 Ik ben de Wijnstok, u de ranken; wie in Mij blijft, en Ik in hem, die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt u niets doen.
Van roeping tot geloof
Nu we weten dat de vruchten uitingen zijn die hun oorsprong hebben uit de Heilige Geest in een tot geloof gekomen en dus in de Geest wedergeboren Christen weten we ook dat alleen de laatste grond, die vrucht draagt, werkelijk een Christen is. Alleen die grond is bekeerd en wedergeboren in de Geest anders kan hij geen vrucht dragen.
Tussen de parabel en de uitleg van Jezus geeft Hij ook nog een ander perspectief die deze uitleg en interpretatie bevestigen. Hij legt uit waarom Hij in gelijkenissen spreekt en gebruikt daarvoor ook 4 stappen van horen tot geloof die overeen komen met de 4 gronden.
MATTEÜS 13 (HSV)
15 Want het hart van dit volk is vet geworden, en zij hebben met de oren slecht gehoord, en hun ogen hebben zij dichtgedaan, opdat zij niet op enig moment met de ogen zouden zien en met de oren horen en met het hart begrijpen, en zij zich zouden bekeren en Ik hen zou genezen. 16 Maar uw ogen zijn zalig omdat zij zien, en uw oren omdat zij horen.
In deze uitleg zien we nogmaals wat de 4 gronden betekenen. Ze zijn de vier stappen tussen het horen van het Woord van God en de redding. Deze 4 stappen zijn:
Horen (van het Woord van God, het Evangelie, Jezus);
Begrijpen;
Bekeren (=verandering van gedachte, geloof);
Genezing (redding).
De eerste grond met steen wil niet horen, de tweede oppervlakkige grond begrijpt het niet werkelijk en valt af bij de eerste beste tegenstand, de derde grond bekeert niet (geen gedachteverandering of waar geloof), de laatste grond hoort, bekeert en wordt genezen (de redding) met vruchten als gevolg!
De grote opdracht
Ons is het gegeven om de geheimenissen van het Koninkrijk van God te kennen, wij zijn immers door God geroepen en uitverkoren om in de voetstappen van Jezus het Woord van God te zaaien om het Koninkrijk van de Hemel uit te breiden. Dit is de ware vruchtbaarheid waartoe wij zijn geroepen en zijn uitgerust met de Heilige Geest, het Licht en de Vrucht in ons.
MATTEÜS 13 (HSV)
10 En de discipelen kwamen naar Hem toe en zeiden tegen Hem: Waarom spreekt U tot hen door gelijkenissen? 11 Hij antwoordde en zei tegen hen: Omdat het u gegeven is de geheimenissen van het Koninkrijk der hemelen te kennen, maar aan hen is het niet gegeven.2 PETRUS 1 (HSV)
3 Immers, Zijn Goddelijke kracht heeft ons alles geschonken wat tot het leven en de godsvrucht behoort, door de kennis van Hem Die ons geroepen heeft door Zijn heerlijkheid en Zijn deugd.GALATEN 5 (HSV)
22 De vrucht van de Geest is echter: liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, zelfbeheersing.
Het is niet alleen een optie of een mogelijkheid, wij zijn door God in dienst gesteld. Het is onze taak en onze roeping om het Woord van God te verspreiden.
MATTEÜS 24 (HSV)
45 Wie is dan de trouwe en verstandige slaaf, die zijn heer over zijn personeel aangesteld heeft om hun het voedsel op de juiste tijd te geven? 46 Zalig die slaaf die door zijn heer bij zijn komst zo handelend aangetroffen zal worden.
De heerschappij
Hoewel wij in lichaam nog niet tot heerschappij over de aarde zijn gebracht zijn wij echter in de Geest al wel tot heerschappij geroepen. Niet tot heerschappij over aardse zaken maar over hemelse. Tot onze redding waren wij onder heerschappij van de duisternis door de macht van de zonde. Nu zijn wij door het Bloed van Jezus vrijgekocht en vrijgemaakt van de geestelijke macht van de duisternis.
GENESIS 4 (HSV)
7 Is het niet zo dat u, als u het goede doet, uw hoofd kunt opheffen? Maar als u niet het goede doet, ligt de zonde aan de deur. Naar u gaat zijn begeerte uit, maar ú moet over hem heersen.ROMEINEN 6 (HSV)
14 Want de zonde zal over u niet heersen. U bent namelijk niet onder de wet, maar onder de genade.
22 Maar nu, van de zonde vrijgemaakt en aan God dienstbaar gemaakt, hebt u uw vrucht, die tot heiliging leidt, met als einde eeuwig leven.ROMEINEN 8 (HSV)
2 Want de wet van de Geest van het leven in Christus Jezus heeft mij vrijgemaakt van de wet van de zonde en van de dood.
Het kosmische beeld
We zagen in de eerste kosmische parabel dat het licht, Jezus, in de duisternis kwam uit Israël en dat de duivel, de draak dit probeerde te voorkomen. In de tweede kosmische parabel zagen we de strijd tussen de koninkrijken van de duisternis en de Hemel. De strijd tussen de heidenen en de heiligen om de uitbreiding van de koninkrijken. In de laatste kosmische parabel zien we de strijd om de vruchtbaarheid van het Woord van God die redding brengt en de strijd over de heerschappij over de aarde, in lichaam en in geest.
Dieren en mensen
De eerste twee parabelen maakten een scheiding tussen licht en duisternis en wateren onder en boven. In de derde parabel zien we een scheiding tussen mens en dier. Zij zijn ook net als de eerste parabelen een beeld van de heiligen en de ongelovigen.
In het boek van Daniël lezen we het verhaal van Nebuchadnezzar van Babylon, een van de machtigste koningen ooit over de aarde. Door zijn grootsheid is de hoogmoed in zijn hart gekomen en denkt hij God niet meer nodig te hebben. Als oordeel wordt niet alleen het koningschap van hem ontnomen, hij wordt ook gemaakt tot een wild beest, die tussen de dieren van de aarde moet leven!
DANIËL 4 (HSV)
25 Men zal u namelijk uit de mensenwereld verstoten, en u zult uw verblijf hebben bij de dieren van het veld. Men zal u gras te eten geven, zoals aan runderen, en u zult bevochtigd worden door de dauw van de hemel. Zeven tijden zullen over u voorbijgaan, totdat u erkent dat de Allerhoogste Heerser is over het koningschap van de mensen en dat geeft aan wie Hij wil. 26 Dat er ook gezegd is dat men de stam met de wortels van de boom moest laten staan – uw koningschap zal bestendig zijn nadat u erkend zult hebben dat God van de hemel de Heerser is.
Nebuchadnezzar is ons tot een voorbeeld gemaakt als beeld van de ongelovige en trotse mens: wij zijn geroepen tot koningen over de aarde maar door hoogmoed afvallig geworden van de ware Koning der Koningen, God. Die mens, die wij allen zijn geweest, denken als sinds de zondeval God niet langer nodig te hebben en zelfs niet langer te erkennen als God en hoogste Heer.
Van deze mensen is door God het rechtmatige koningschap en heerschappij over de aarde afgenomen, totdat zij, net als Nebuchadnezzar, God weer door het geloof gaan erkennen als Koning der Koningen. De ongelovigen zijn zonder Hem als de redeloze dieren van de aarde, handelend op basis van hun dierlijke begeertes en instincten.
2 PETRUS 2 (HSV)
12 Maar deze mensen lasteren wat zij niet kennen, als redeloze dieren, geboren met een natuur om gevangen te worden en te gronde te gaan. Zij zullen in hun verdorvenheid ten verderve gaan,ROMEINEN 1 (HSV)
23 en hebben zij de heerlijkheid van de onvergankelijke God vervangen door een beeld dat lijkt op een vergankelijk mens, op vogels en op viervoetige en kruipende dieren.1 JOHANNES 2 (HSV)
16 Want al wat in de wereld is: de begeerte van het vlees, de begeerte van de ogen en de hoogmoed van het leven, is niet uit de Vader, maar is uit de wereld.2 PETRUS 2 (HSV)
10 In het bijzonder echter hen die in onreine begeerte het vlees achternalopen en het gezag verachten; die roekeloos zijn, eigenzinnig en er niet voor terugschrikken om al wat eer toekomt, te lasteren,
Het beest van de aarde
Het zal je inmiddels niet meer verbazen dat Openbaring naast de draak uit de hemel en het beest uit de zee ook spreekt over een beest van het land!
OPENBARING 13 (HSV)
11 En ik zag een ander beest opkomen, uit de aarde, en het had twee horens, als die van het Lam, maar het sprak als de draak. 12 En het oefent al de macht van het eerste beest voor zijn ogen uit, en het maakt dat de aarde en zij die er wonen het eerste beest aanbidden, waarvan de dodelijke wond genezen was.
17 en het maakt dat niemand kan kopen of verkopen, behalve hij die dat merkteken heeft, of de naam van het beest of het getal van zijn naam. 18 Hier is de wijsheid. Wie verstand heeft, laat hij het getal van het beest berekenen, want het is een getal van een mens, en zijn getal is zeshonderdzesenzestig.
Dit beest wordt door velen gezien als valse profeet van dé antichrist en dat is ook waarheid. Toch weten we dat dit beest ook een beeld is van een kosmisch symbool, net als de draak (satan) en het eerste beest uit de zee (aardse koninkrijken).
Het beest uit de aarde is namelijk een beeld van de ongelovige mensheid zelf, net als Nebuchadnezzar daar een beeld van was. Deze mens doet zichzelf goed voor, net als een lam, maar is in weze slecht want hij spreekt als een draak. Dit tweede beest, de mensheid, oefent de macht uit van het eerste beest, namelijk de koninkrijken van de duisternis, net als Herodes de macht uitoefende van het Romeinse rijk.
Iedereen die dit beeld aanbidt, is als iemand het merkteken van de duisternis draagt, 666. Hoewel dit dus een merkteken is wat wel degelijk fysiek zal komen als dé antichrist komt is dit merkteken ook een kosmisch symbool waarvan de ongelovigen in de ogen van God en de engelen geïdentificeerd zijn.
God heeft zelf namelijk ook een merkteken waarmee gelovigen worden verzegeld. Beiden merktekens worden gedragen op het voorhoofd of de rechterhand, dit is een beeld van het denke en het doen. De heilige denkt en handelt namens het Koninkrijk van God met God als heerser en de ongelovige denkt en handelt namens het koninkrijk van de duisternis met de mens als heerser. Dit is het merkteken van het beest.
OPENBARING 22 (HSV)
4 en zullen Zijn aangezicht zien, en Zijn Naam zal op hun voorhoofd zijn.
OPENBARING 13 (HSV)
16 En het maakt dat men aan allen, kleinen en groten, rijken en armen, vrijen en slaven een merkteken geeft op hun rechterhand of op hun voorhoofd,
DEUTERONOMIUM 11 (HSV)
18 Daarom moet u deze woorden van mij in uw hart en in uw ziel prenten. Bind ze als een teken op uw hand, en ze moeten als een voorhoofdsband tussen uw ogen zijn.
Het beest van de aarde is dus een beeld van de mensheid zonder God, de mens die God niet nodig heeft en zich niet onder Gods’ heerschappij wil plaatsen. Deze mens wil zelf heersen over de aarde in begeerte van de zonde, naar de natuur van degene die ze de macht heeft gegeven óm zo te regeren, de duivel. Iedereen die kiest om zo te leven en zich onderwerpt aan dit koninkrijk krijgt als het ware diens merkteken, is derhalve niet gered en zal uiteindelijk worden veroordeeld.
Het Genesis Evangelie
De 3 parabelen in Genesis zijn net als de parabelen van Jezus en de beelden in Openbaring de geheimenissen van het Koninkrijk van de Hemel. Deze geheimenissen worden door Jezus aan ons, zijn ware volgers, de gelovigen, geopenbaard. Ze vertellen ten eerste het profetische verhaal van Jezus en het Evangelie wat Hij heeft gebracht en de heerschappij die Hij heeft en zal krijgen. Ten tweede spreken ze over de geestelijke wereld, de keuze tussen goed en kwaad, de bekering en wedergeboorte in de Heilige Geest en de vruchtbaarheid van die Geest door het zaaien van het Woord van God. Ten derde spreken ze over de kosmische strijd tussen goed en kwaad, God tegen de duivel, de koninkrijken van de duisternis tegen het Koninkrijk van de Hemel en de heerschappij over de aarde door de gedachten en de vruchtbaarheid van de mens te beïnvloeden.
Als we vanuit ieder perspectief de 3 parabelen naast elkaar zetten zien we dat ze niet alleen onafhankelijk van elkaar iets vertellen maar dat ze onderdeel zijn van een verhaal.
De parabelen in Genesis
Nogmaals de drie parabelen zoals ze in het scheppingsverhaal voorkomen:
Licht en duisternis
Licht en de duisternis (1)
hemellichamen (4)
Bekering en wedergeboorte
Water en de hemel (2)
vissen en vogels (5)
Vruchtbaarheid en heerschappij
Land en de vegetatie (3)
dieren en mensen (6)
De profetisch vervulling in Jezus
Jezus is dé profetische vervulling van de parabelen, ten eerste met Zijn incarnatie in de wereld, openbaring en vruchtbaarheid en ten tweede door Zijn waarheid, dood, wederopstanding en Gemeente.
Licht en duisternis
Jezus kwam als perfecte Mens naar de aarde
Bekering en wedergeboorte
Hij liet zich dopen en openbaarde zichzelf in de Heilige Geest
Vruchtbaarheid en heerschappij
Hij verkondigde het Evangelie en droeg vele Godsvruchten
Licht en duisternis
Jezus scheidde het kaf van het koren door Zijn Licht op de wet de schijnen
Bekering en wedergeboorte
Hij stierf voor ons op het kruis en stond op uit de dood
Vruchtbaarheid en heerschappij
Alle gelovige Christenen zijn de vruchten van Zijn lichaam op aarde
De geestelijke vervulling
Voor ons is het een beeld van het horen van het Evangelie, de bekering tot wedergeboorte in de Heilige Geest en ten slotte in Jezus’ voetstappen te wandelen in de vruchtbaarheid van de Geest en te heersen over de zonde.
Licht en duisternis
Wij worden door het Woord van God geroepen tot bekering
Bekering en wedergeboorte
We bekeren ons in geloof en worden wedergeboren in de Heilige Geest
Vruchtbaarheid en heerschappij
Wij worden geroepen het Woord van God vruchtbaar uit te dragen
De kosmische strijd
Al sinds de schepping zijn de hemelse machten en krachten in oorlog om het licht, de zielen van de mensen, de vruchtbaarheid van het Woord en de heerschappij over de aarde. We lezen over deze kosmische strijd vooral in het boek van Openbaring.
Licht en duisternis
De duivel probeert al sinds de schepping het Woord van God af te stoppen
Bekering en wedergeboorte
Hij gebruikt de koninkrijken van de aarde om tegen de bekeringen en de heiligen te strijden
Vruchtbaarheid en heerschappij
Hij strijd om de Godsvruchten te stoppen door de zonde te laten heersen in de mens
In het begin was het Woord
We zien Jezus in het begin, de Aleph of Alpha en we zien Jezus op het einde, de Tav of Omega. Hij is verborgen in de schepping en wordt via Johannes geopenbaard in zijn evangelie en boek van Openbaring. Hij is hét Licht, dé Doop en dé Vrucht, dé vervulling van deze 3 parabelen. Dat is geen wonder, de hele schepping schreeuwt immers Zijn Naam!
ROMEINEN 1 (HSV)
20 Want de dingen van Hem die onzichtbaar zijn, worden sinds de schepping van de wereld uit Zijn werken gekend en doorzien, namelijk én Zijn eeuwige kracht én Zijn Goddelijkheid, zodat zij niet te verontschuldigen zijn.
In de parabelen zien we naast de vervulling hiervan door Jezus ook de strijd tussen de machten van het licht en de duisternis waar wij als mens onderdeel van zijn. Het is werkelijk een geestelijke strijd waartoe wij geroepen zijn om aan te gaan. Niet met aardse wapens maar met het licht, wat wij in ons hebben gekregen door de doop met de Heilige Geest.
We dienen niet langer te wandelen in het vlees en daarmee de duisternis te dienen maar in de voetstappen van onze Heer Jezus Christus in de Geest. Naar Zijn evenbeeld zijn wij oorspronkelijk geschapen en tot Zijn evenbeeld worden wij hersteld vanaf de wedergeboorte. Hij is onze kracht en Hij is het wiens vruchten wij mogen dragen om het Zaad, het Woord van God te zaaien in de harten van de mensen opdat ook zij, net als ons, tot geloof mogen komen en voor eeuwig leven in het Koninkrijk van God.
Zie het Licht en hoor het Woord van God, geloof en bekeer tot Hem in de wedergeboorte in de Heilige Geest en wandel naar Zijn evenbeeld in geestelijke vruchtbaarheid en in heerschappij over de duisternis! Wees vruchtbaar en vermenigvuldig!