Jullie zijn het zout van de aarde

MATTHEÜS 5:13 (NBV)
Jullie zijn het zout van de aarde. Maar als het zout zijn smaak verliest, hoe kan het dan weer zout gemaakt worden? Het dient nergens meer voor, het wordt weggegooid en vertrapt.
MARCUS 9:50 (NBV)
Zout is goed! Maar als het zout zijn kracht verliest, hoe zullen jullie het zijn kracht dan teruggeven? Zorg dat jullie het zout in jezelf niet verliezen en bewaar onder elkaar de vrede.’LUCAS 14:33-34 (NBV)
Iedereen moet moet vuur gezouten worden. Zout is iets goeds. Maar als ook het zout zijn smaak verliest, hoe kunnen we het dan zijn kracht teruggeven?
Historisch gezien werd zout in de tijd van Jezus gebruikt als middel om te conserveren (behouden) en te ontsmetten (vuil verwijderen). Het zout wat over tijd was vermengd en minder puur was geworden werd weggegooid op de grond waarna iedereen er overheen loopt. Jezus gebruikt dit zout echter om iets duidelijk te maken; zijn leerlingen moeten zijn als zout, die door ‘smaak’, ‘kracht’ en ‘iets goeds/nuttigs’ op de aarde moeten brengen. Doen ze dat niet, dan dienen ze nergens voor en zullen ze worden weggegooid.
Zuivering en heiliging
Hoewel smaak, kracht en goed/nuttig zijn al een redelijk helder beeld overbrengen van wat Jezus ons probeert te leren is het ook heel makkelijk hier betekenis in te leggen die Jezus nooit bedoeld heeft. Het is daarom extra belangrijk dat we de betekenis uitsluitend zoeken in het Woord van God zelf, ten eerste de context waarin het parabel wordt gegeven door Jezus en ook hoe ‘zout’ in de Bijbel verder wordt gebruikt.
De directe context is de toespraak van Jezus die de Bergrede (Matt. 5) wordt genoemd, waar Jezus zijn leerlingen en volgers onderrichte over hoe zijn Koninkrijk is en hoe zijn leerlingen zich zouden moeten gedragen. De Bergrede wordt ook wel gezien als een parallel met Mozes op de Sinaï, waar God vanaf de berg de 10 geboden aan zijn volk gaf zodat zij zouden weten hoe ze moesten leven. Jezus geeft tijdens de Bergrede ook een aantal leefregels aan waaronder nederigheid, treurigheid, zachtmoedigheid, gerechtigheid, barmhartigheid, vredigheid en martelaarschap. Deze leefwijzen lijken dan ook de aanleiding waarna de gelijkenis van het ‘smaak’ van het ‘zout’, de goede gedragingen aan zijn leerlingen wordt gegeven.
Op andere plaatsen in de Bijbel vind je vergelijkbare eigenschappen van zout:
EXODUS 30:35 (NBV)
35 en bereid daaruit reukwerk, een mengsel zoals een reukwerker dat maakt. Meng er zout door, het moet zuiver en heilig zijn.2 KONINGEN 2:21 (NBV)
en Elisa ging naar de bron en strooide daar zout in terwijl hij zei: ‘Dit zegt de HEER: Hierbij zuiver ik dit water. Het zal geen sterfgevallen of misgeboorten meer veroorzaken.’
Deze zuiverheid en heiligheid zijn ‘als een teken’ van het verbond tussen God en ons:
LEVITICUS 2:13 (NBV)
Aan elk graanoffer moet zout worden toegevoegd: het zout, als teken voor het verbond met jullie God …NUMERI 18:19 (NBV)
19 Van alle heilige gaven die de Israëlieten aan de HEER brengen, geef ik jou, je zonen en je dochters voor altijd een vast deel. Voor de HEER geldt dit als een eeuwigdurend, met zout bekrachtigd verbond met jou en je nakomelingen.’
Dit ‘zuivere en heilige gedrag’ is natuurlijk niet het verbond met God zelf maar is als een ‘bekrachtiging’ hiervan, ofwel, het is een uiterlijk kenmerk of een zichtbaar gevolg van iemand die in het verbond met God leeft.
Ook lijkt zout een middel te zijn waarmee oordeel wordt gebracht en vruchtbaarheid en zegen wordt afgenomen.
DEUTERONOMIUM 29:22 (NBV)
22 – heel de bodem door zwavel en zout vergiftigd, zodat zaaien geen zin meer heeft en er helemaal niets meer wil groeien, net zoals toen de HEER in zijn grote woede Sodom en Gomorra, Adma en Seboïm weggevaagd had –,RECHTERS 9:45 (NBV)
45 Na een dag van strijd nam Abimelech de stad in. Hij doodde er iedereen, maakte de stad met de grond gelijk en bestrooide de resten met zout.
Behoudt de smaak!
Hoe moet het gaan met leerlingen waarvan het zout de kracht en smaak verliest? Met andere woorden, leerlingen die alle heiligheid verliezen en géén goede werken laten zien. Die leerlingen moeten vrezen om ‘te worden weggegooid en vertrapt’! Hoe kunnen wij onze smaak behouden?
LEVITICUS 2:16 (NBV)
De priester moet een deel van het graan en de olie en al de wierook verbranden als teken voor de hele offergave voor de HEER.
MARCUS 9:49 (NBV)
Iedereen moet met vuur gezouten worden.MATTHEÜS 3:11 (NBV)
Ik doop jullie met water ten teken van jullie nieuwe leven, maar na mij komt iemand die meer vermag dan ik; ik ben zelfs niet goed genoeg om zijn sandalen voor hem te dragen. Hij zal jullie dopen met de heilige Geest en met vuur;ZACHARIA 13:9 (NBV)
Dat deel zal ik louteren in het vuur: ik zal hen smelten als zilver en zuiveren als goud. Zij zullen mijn naam aanroepen en ik zal antwoorden. Ik zal zeggen: ‘Dit is mijn volk,’ en zij zullen zeggen: ‘De HEER is onze God.’
We lezen dat in het oude verbond een vurige offergave aan de HEER nodig was, ook Jezus gebruikt dezelfde beeldspraak maar koppelt het vuur van de offergave van wierook aan het gezouten worden door het vuur. Onder het nieuwe verbond is het de Heilige Geest die door het vuur de Christen tot heiliging loutert. Het is echter aan ons de Heilige Geest deze ruimte te geven.
1 TESSALONICENZEN 5:19-20 (NBV)
Doof de Geest niet uit 20 en veracht de profetieën niet die hij u ingeeft.
De vrouw van Lot is een voorbeeld van iemand waarvan het zout zijn smaak heeft verloren; gered van de ondergang (Sodom) maar tijdens de ontsnapping toch weer begeren naar de zonden van Sodom. Toen ze dit deed veranderde ze, hoe toepasselijk, in een pilaar van zout.
GENESIS 19:26 (NBV)
De vrouw van Lot, die achter hem liep, keek om en veranderde in een zuil van zout.
Dezelfde waarschuwing die Lot kreeg om niet terug te kijken naar Sodom die krijgen wij als Christenen ook; in deze en andere parabelen (de zaaier) en ook bijvoorbeeld in Openbaring. Daarin worden wij als Christenen aangespoord ons in te zetten voor de werken van de Heilige Geest en dus te breken met de werken van de wereld.
OPENBARING 3:15–19 (NBV)
15 Ik weet wat u doet, hoe u niet koud bent en niet warm. Was u maar koud of warm! 16 Maar nu u lauw bent in plaats van warm of koud, zal ik u uitspuwen. 17 U zegt dat u rijk bent, dat u alles hebt wat u wilt en niets meer nodig hebt. U beseft niet hoe ongelukkig u bent, hoe armzalig, berooid, blind en naakt. 18 Daarom raad ik u aan: koop van mij goud dat in het vuur gelouterd is, en u zult rijk zijn; witte kleren om u te kleden en uw naaktheid te bedekken, zodat u zich niet meer hoeft te schamen; zalf voor uw ogen, zodat u weer kunt zien. 19 Iedereen die ik liefheb wijs ik terecht en bestraf ik. Zet u dus volledig in en breek met het leven dat u nu leidt.
Ook Petrus schrijft over mensen die zijn afgevallen na van het Evangelie van Jezus te hebben gehoord.
2 PETRUS 2:20–22 (NBV)
20 En als zij die zich door hun kennis van onze Heer en redder Jezus Christus hebben losgemaakt van het vuil van de wereld, daar weer in verstrikt raken en er opnieuw door worden beheerst, zijn ze er erger aan toe dan voorheen. 21 Het was beter voor hen geweest de weg van de rechtvaardigheid nooit gekend te hebben dan die weg wel te kennen, en zich vervolgens af te wenden van het heilige gebod dat hun is overgeleverd. 22 Op hen is het spreekwoord ‘Een hond keert terug naar zijn eigen braaksel’ volledig van toepassing, of ‘Een gewassen zeug rolt al snel weer door de modder.’
Conclusie
De parabel van het zout gaat over wat er van volgelingen van Jezus wordt verlangd tijdens ons leven op aarde. We dienen de heiligheid (het perfecte) na te streven en deze heiligheid ook uit te dragen en te delen met de wereld om ons heen. Dit betekent ook dat we in sommige gevallen de zonde moeten veroordelen net als het zout wat een wond of een waterbron ontsmet van het vuil.
Het is echter niet door onze eigen kracht dat we dit kunnen, het is de Heilige Geest in ons die het zout kracht en smaak geeft en ons door het vuur tot heiliging loutert. Het enige wat wij moeten ‘doen’ is de Heilige Geest hierin de ruimte geven en Hem niet ‘doven’.
Als wij de waarheid hebben gehoord en de roepingen van de Heilige Geest negeren omdat wij liever terugkeren naar het eerdere aardse zondige bestaan, dan doven wij Zijn aanwezigheid in ons leven en verliest ons zaak zijn smaak en kracht. Dan zullen we door de HEER worden weggegooid om vertrapt te worden door de wereld. Een angstaanjagend plaatje.
Als wij echter in de Heilige Geest blijven zullen we als een licht op een hoge plaats worden gezet om licht te geven in onze omgeving. Dit kunnen we lezen in het parabel van het licht in de wereld.