Bijbelstudie Doctrine

Ordo Salutis: hoe de redding tot stand komt

Ordo salutis is een Latijnse term die de volgorde van de redding omschrijft. Met andere woorden, hoe komt de redding voor een mens tot stand? Door deze stappen van elkaar te onderscheiden kunnen we veel beter begrijpen wat de taak is waarmee God ons roept en hoe het leven van een gelovige na de redding uit zal zien. Termen als, uitverkiezing, roeping, bekering, wedergeboorte, rechtvaardiging, heiliging en zaligmaking moeten we namelijk niet met elkaar verwarren. Door de ordo salutis leren we het onderscheid hiertussen kennen en zullen we de Bijbel en de redding op een veel betere (en effectievere) manier interpreteren en toepassen en dat kan van levensbelang zijn!

Inleiding

Ordo salutis is een Latijnse term die de volgorde van de redding omschrijft. Met andere woorden, hoe komt de redding voor een mens tot stand? Door deze stappen van elkaar te onderscheiden kunnen we veel beter begrijpen wat de taak is waarmee God ons roept en hoe het leven van een gelovige na de redding uit zal zien. Termen als, uitverkiezing, roeping, bekering, wedergeboorte, rechtvaardiging, heiliging en zaligmaking moeten we namelijk niet met elkaar verwarren. Door de ordo salutis leren we het onderscheid hiertussen kennen en zullen we de Bijbel en de redding op een veel betere (en effectievere) manier interpreteren en toepassen en dat kan van levensbelang zijn!

In deze studie ga ik voorbij aan de discussie van de voorbestemming als stap van de redding. Er zijn namelijk voor- en tegenstanders van de uitverkiezing, mensen die geloven dat God verkiest en wij daarin geen rol spelen (geen vrije wil) en het tegenovergestelde, dat wij God aannemen. Dan resten er 7 Bijbelse stappen tot de volledige redding van het kwaad en de (eeuwige) dood:

  1. De roeping (het Evangelie);

  2. De bekering (het ware geloof);

  3. De rechtvaardiging (onschuldig verklaard);

  4. De wedergeboorte (Heilige Geest);

  5. De heiliging (op Jezus gaan lijken);

  6. De verheerlijking (de wederopstanding);

  7. De bevrijding van het kwaad (de nieuwe hemel en aarde).

Romeinen 8 (HSV)
28 En wij weten dat voor hen die God liefhebben, alle dingen meewerken ten goede, voor hen namelijk die overeenkomstig Zijn voornemen geroepen zijn. 29 Want hen die Hij van tevoren gekend heeft, heeft Hij er ook van tevoren toe bestemd om aan het beeld van Zijn Zoon gelijkvormig te zijn, opdat Hij de Eerstgeborene zou zijn onder vele broeders. 30 En hen die Hij er van tevoren toe bestemd heeft, die heeft Hij ook geroepen, en hen die Hij geroepen heeft, die heeft Hij ook gerechtvaardigd, en hen die Hij gerechtvaardigd heeft, die heeft Hij ook verheerlijkt.

Ordo Salutis

1. De roeping

Het is bijna te mooi om waar te zijn maar toch waar: dat wij een puinhoop hebben gemaakt van de aarde en ons allen vijandig hebben opgesteld naar onze Schepper, en dat Hij vervolgens Zijn eigen Leven geeft om ons te redden van onze eigen ondergang! Des de belangrijker dat eenieder het Evangelie hoort! Want eenieder die gelooft in Jezus zal worden gered van dit alles! 

God wil dan ook dat allen worden gered. Het pad naar de redding begint dan ook bij de verkondiging van het Woord van God, Jezus, de waarheid en het Evangelie, waartoe alle Christenen zijn geroepen om te verspreiden, dit is de grote opdracht (the great commission). Dit is het Licht wat wij verspreiden, de Waarheid die wij verkondigen aan degenen die nog in duisternis leven opdat zij net als ons tot het geloof mogen komen en zullen worden behouden tot in de eeuwigheid.

Matteüs 28
19 Ga dan heen, onderwijs al de volken, hen dopend in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest, hun lerend alles wat Ik u geboden heb, in acht te nemen.

1 Tessalonicenzen 1
5 Want ons Evangelie is niet alleen met woorden tot u gekomen, maar ook met kracht en met de Heilige Geest en met volle zekerheid. U weet immers hoe wij in uw midden geweest zijn ter wille van u.
9 Want zij vermelden zelf over ons hoezeer wij ingang bij u gekregen hebben en hoe u zich van de afgoden tot God bekeerd hebt om de levende en waarachtige God te dienen,

1 Petrus 2
25 Want u was als dwalende schapen; maar u bent nu bekeerd tot de Herder en Opziener van uw zielen.

Copyright ©2010/2016 Stichting HSV

De Heilige Geest speelt ook een rol bij de roeping van iemands hart voordat iemand daadwerkelijk is wedergeboren. De Geest is de waarheid die in de wereld is en spreekt tot eenieders hart via allerlei manieren. Deze Waarheid is alom vertegenwoordigt op de aarde en iedereen zal deze Waarheid zien omdat deze overal zichtbaar is.

Handelingen 16 (HSV)
14 En een zekere vrouw, van wie de naam Lydia was, een purperverkoopster uit de stad Thyatira, die God diende, luisterde naar ons. En de Heere opende haar hart, zodat zij acht gaf op wat door Paulus gesproken werd.

De meest voor de hand liggende verkondiging van de waarheid is natuurlijk door de mondelinge verkondiging door gelovigen maar dit is verre van de enige manier. Net zoals we door de zonde het kwaad verspreiden doen we door het goede te doen het goede verspreiden over de aarde. Het goede voorbeeld geven in onze levenswandel, het uitleven van de liefde en de waarheid is ook een manier om het goede te verspreiden en mensen te roepen naar het Licht. Daarnaast is het goede ook nog steeds te zien in de schoonheid van de schepping, het geweten van de mens, de orde en natuurwetten, etc.

Johannes 16
8 En als Die gekomen is, zal Hij de wereld overtuigen van zonde, van gerechtigheid en van oordeel: 9 van zonde, omdat zij niet in Mij geloven; 10 van gerechtigheid, omdat Ik heenga naar Mijn Vader en u Mij niet meer zult zien; 11 en van oordeel, omdat de vorst van deze wereld veroordeeld is. 12 Nog veel heb Ik tegen u te zeggen, maar u kunt het nu niet dragen. 13 Maar wanneer Die komt, de Geest van de waarheid, zal Hij u de weg wijzen in heel de waarheid, want Hij zal niet vanuit Zichzelf spreken, maar wat Hij gehoord zal hebben, zal Hij spreken, en de toekomstige dingen zal Hij u verkondigen. 14 Die zal Mij verheerlijken, want Hij zal het uit het Mijne nemen en het u verkondigen.

Galaten 1
11 Maar ik maak u bekend, broeders, dat het Evangelie dat door mij verkondigd is, niet naar de mens is. 12 Want ik heb dat ook niet van een mens ontvangen of geleerd, maar door openbaring van Jezus Christus.

Romeinen 1
20 Want de dingen van Hem die onzichtbaar zijn, worden sinds de schepping van de wereld uit Zijn werken gekend en doorzien, namelijk én Zijn eeuwige kracht én Zijn Goddelijkheid, zodat zij niet te verontschuldigen zijn.

Hebreeën 3
7 Daarom, zoals de Heilige Geest zegt: Heden, indien u Zijn stem hoort, 8 verhard dan uw hart niet, zoals bij de verbittering, op de dag van de verzoeking in de woestijn.

Openbaring 22
17 En de Geest en de bruid zeggen: Kom! En laat hij die het hoort, zeggen: Kom! En laat hij die dorst heeft, komen; en laat hij die wil, het water des levens nemen, voor niets.

Copyright ©2010/2016 Stichting HSV

2. De bekering (geloof)

Na het horen van de roeping, ofwel het begrijpen van de waarheid van het Evangelie, het leren wie Jezus is en wat Hij voor ons heeft gedaan, kan degene een keuze maken om deze waarheid aan te nemen. Als deze persoon ‘van gedachten veranderd’, in deze waarheid begint te geloven en daar ook naar handelt, heeft de bekering plaatsgevonden. De bekering is dan ook de verandering van gedachten en van daden omdat je in iets geloofd. Iemand die iets niet geloofd zal daar ook niet naar (blijven) handelen en heeft dus de bekering niet.

Hoewel Christenen het Woord van God kunnen verspreiden kunnen ze niet de hoorders van het evangelie tot het geloof brengen. Het is God, die door de Heilige Geest, op de deur van het hart klopt van de hoorder om diegene te roepen en de juiste dingen bekend maakt omdat Hij de enige is die het hart van iedere mens kent. Wanneer deze persoon zich bekeert van zijn huidige leven en zichzelf toekeert richting het leven met God dan is dat de eerste daad van geloof doordat hij laat zien werkelijk te geloven en zijn leven wilt veranderen. Iemand die zich bekeert laat dus zien dat hij werkelijk gelooft en werkelijk terug wil keren en verzoenen met God. De bekering gebeurt eerst in het hart en komt tot uiting in het (waarachtig) uitroepen tot de Heer.

De bekering en het ware geloof zijn dus hetzelfde; omdat je werkelijk gelooft zul je anders handelen dan voorheen. Je verandert – bekeert – je denken en doen omdat je anders gelooft.

Romeinen 2 (HSV)
4 Of veracht u de rijkdom van Zijn goedertierenheid, verdraagzaamheid en geduld, zonder te weten dat de goedertierenheid van God u tot bekering leidt? 5 Maar in overeenstemming met uw hardheid en uw onbekeerlijke hart hoopt u voor uzelf toorn op tegen de dag van de toorn en van de openbaring van het rechtvaardig oordeel van God,

Romeinen 5 (HSV)
1 Wij dan, gerechtvaardigd uit het geloof, hebben vrede bij God door onze Heere Jezus Christus. 2 Door Hem hebben wij ook de toegang verkregen door het geloof tot deze genade waarin wij staan, en wij roemen in de hoop op de heerlijkheid van God.

2 Korintiërs 3 (HSV)
16 Maar wanneer het zich tot de Heere bekeert, wordt de bedekking weggenomen.

Handelingen 11 (HSV)
18 En toen zij dit hoorden, waren zij gerustgesteld, en zij verheerlijkten God en zeiden: Zo heeft God dus ook aan de heidenen de bekering gegeven die tot het leven leidt.

Handelingen 20 (HSV)
21 en ik heb zowel tegenover Joden als Grieken getuigd van de bekering tot God en het geloof in onze Heere Jezus Christus.

1 Petrus 2 (HSV)
25 Want u was als dwalende schapen; maar u bent nu bekeerd tot de Herder en Opziener van uw zielen.

Handelingen 5 (HSV)
31 Deze Jezus heeft God door Zijn rechterhand verhoogd tot een Vorst en Zaligmaker, om Israël bekering te geven en vergeving van zonden.

3. De rechtvaardiging

Nadat het Woord tot iemand is gekomen en diegene zich bekeert (er in gelooft) door te veranderen in denken en doen zal diegene door de Heer Jezus Christus aan te roepen worden rechtvaardigt. Rechtvaardiging betekent dat iemand onschuldig wordt bevonden in de ogen van God en dus niet langer het oordeel verdiend. Deze onschuld komt natuurlijk niet door onze daden, het komt doordat de straf van het oordeel al op Jezus is voltrokken. Ook na de redding worden zonden door Jezus ‘betaald’ waardoor de rechtvaardiging los staat van iemands slechte (en goede) daden.

1 Johannes 2 (HSV)
1 Mijn lieve kinderen, ik schrijf u deze dingen, opdat u niet zondigt. En als iemand gezondigd heeft: wij hebben een Voorspraak bij de Vader, Jezus Christus, de Rechtvaardige.

Filippenzen 3 (HSV)
9 en in Hem gevonden word, niet met mijn rechtvaardigheid, die uit de wet is, maar die door het geloof in Christus is, namelijk de rechtvaardigheid uit God door middel van het geloof;

Romeinen 5 (HSV)
9 Veel meer dan zullen wij, nu wij gerechtvaardigd zijn door Zijn bloed, door Hem behouden worden van de toorn.

Romeinen 5 (HSV)
18 Zoals dus door één overtreding de schuld gekomen is over alle mensen tot verdoemenis, zo komt ook door één rechtvaardigheid de genade over alle mensen tot rechtvaardiging van het leven. 19 Want zoals door de ongehoorzaamheid van de ene mens velen als zondaars aangemerkt worden, zo zullen ook door de gehoorzaamheid van de Ene velen als rechtvaardigen aangemerkt worden.

Efeziërs 4 (HSV)
24 en u bekleedt met de nieuwe mens, die overeenkomstig het beeld van God geschapen is, in ware rechtvaardigheid en heiligheid.

4. De wedergeboorte

De doop met water is geen daad die de redding veroorzaakt maar een daad van geloofsbelijdenis. Het is een uiterlijk symbool van het doden van je oude ‘ik’ en het opstaan in je nieuwe ‘ik’, herboren in God. Een belijdenis van dat je een nieuw leven wil starten in gemeenschap met God.

De doop is dus een symbool naar de ware wedergeboorte, het moment dat de gelovige de Heilige Geest ontvangt en in Geest verzoend met God. Dit moment hoeft niet de doop met water te zijn, het kan ook eerder zijn als het moment van bekering en geloofsbelijdenis op een andere manier plaats heeft gevonden en zichtbaar is geworden.

Het moment van bekering, geloof, rechtvaardiging en wedergeboorte valt dan ook kort op elkaar – al dan niet op hetzelfde moment. Dit moment van bekering, rechtvaardiging en wedergeboorte is het moment dat de redding daadwerkelijk plaatsvindt omdat de persoon door de Geest wordt verzoend met God en zo is behouden voor het oordeel over de duisternis.

1 Korintiërs 12 (HSV)
3 Daarom maak ik u bekend dat niemand die door de Geest van God spreekt, zegt: Jezus is een vervloekte. Ook kan niemand zeggen: Jezus is Heere, dan door de Heilige Geest.

Efeziërs 1 (HSV)
13 In Hem bent ook u, nadat u het Woord van de waarheid, namelijk het Evangelie van uw zaligheid, gehoord hebt; in Hem bent u ook, toen u tot geloof kwam, verzegeld met de Heilige Geest van de belofte,

1 Petrus 1 (HSV)
3 Geprezen zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, Die ons, overeenkomstig Zijn grote barmhartigheid, opnieuw geboren deed worden tot een levende hoop, door de opstanding van Jezus Christus uit de doden,

1 Korintiërs 6 (HSV)
19 Of weet u niet, dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, Die in u is en Die u van God hebt ontvangen, en dat u niet van uzelf bent?

Efeziërs 4 (HSV)
30 En bedroef de Heilige Geest van God niet, door Wie u verzegeld bent tot de dag van de verlossing.

5. De heiliging (vernieuwing)

Wanneer de Heilige Geest is ontvangen bezit deze persoon bezit echter nog wel de zondige natuur. De Heilige Geest zal deze persoon echter wel vernieuwen van denken en doen, dit is de heiliging waarover de Bijbel spreekt, met als doel om meer en meer op Jezus te gaan lijken. Wij worden als het ware weer hersteld om naar het evenbeeld van God te wandelen op aarde, handelend naar Zijn Geest om Zijn wil uit te voeren.

Daar waar de rechtvaardiging iemand vrijspreekt van de veroordeling voor de zonde is de heiliging meer gericht op de verandering van iemands denken en doen vanaf de bekering. Niet om daar mee rechtvaardiging te verdienen of verliezen want dat komt uitsluitend door het geloof en de genade van God maar om iemand stap voor stap te veranderen naar de gelijkenis van Jezus om zo Zijn wil op aarde te doen. De Heilige Geest spreekt tot iemand in iemands hart en zorgt er voor dat we steeds beter het Woord van God kunnen begrijpen.

Johannes 14
26 Maar de Trooster, de Heilige Geest, Die de Vader zenden zal in Mijn Naam, Die zal u in alles onderwijzen en u in herinnering brengen alles wat Ik u gezegd heb.

1 Korintiërs 2
13 Van die dingen spreken wij ook, niet met woorden die de menselijke wijsheid ons leert, maar met woorden die de Heilige Geest ons leert, om geestelijke dingen met geestelijke dingen te vergelijken.

1 Tessalonicenzen 5
23 En moge de God van de vrede Zelf u geheel en al heiligen, en mogen uw geheel oprechte geest, de ziel en het lichaam onberispelijk bewaard worden bij de komst van onze Heere Jezus Christus.

Titus 3
5 maakte Hij ons zalig, niet op grond van de werken van rechtvaardigheid die wij gedaan zouden hebben, maar vanwege Zijn barmhartigheid, door het bad van de wedergeboorte en de vernieuwing door de Heilige Geest.

Copyright ©2010/2016 Stichting HSV

Nu wij tijdens ons leven worden geheiligd door de Heilige Geest zal ons lichaam op een dag sterven doordat de zonde nog steeds deel is van onze natuur. Onze ziel zal echter door de verzoening met de Heilige Geest levend blijven in God en behouden worden voor het eeuwige oordeel van de tweede dood.

6. De verheerlijking (zaliging)

Op een dag zullen wij echter ook in onze natuur worden gered van de zonde. Er zal namelijk een moment komen dat de Heer Jezus Christus ons fysiek zal doen opstaan uit de dood. Niet met hetzelfde lichaam met de zondige natuur maar met een nieuw, onvergankelijk lichaam die vrij is van zonde en altijd zal blijven leven. Deze verandering van natuur is de verheerlijking die ons nog te wachten staat!

2 Korintiërs 5
1 Wij weten immers dat, wanneer ons aardse huis, deze tent, afgebroken wordt, wij een gebouw van God hebben, een huis niet met handen gemaakt, maar eeuwig in de hemelen. 2 Want in deze tent zuchten wij ook, en verlangen wij er vurig naar met onze woning die uit de hemel is, overkleed te worden, 3 als wij maar bekleed en niet naakt zullen bevonden worden. 4 Want ook wij, die in deze tent zijn, zuchten omdat we het zwaar te verduren hebben; wij willen immers niet ontkleed, maar overkleed worden, zodat het sterfelijke door het leven wordt verslonden. 5 Hij nu Die ons hiervoor heeft toegerust, is God, Die ons ook het onderpand van de Geest gegeven heeft. 6 Wij hebben dus altijd goede moed en weten dat wij, zolang wij in het lichaam inwonen, uitwonend zijn van de Heere, 7 want wij wandelen door geloof, niet door aanschouwing. 8 Maar wij hebben goede moed en wij hebben er meer behagen in om uit het lichaam uit te wonen en bij de Heere in te wonen. 9 Daarom stellen wij er ook een eer in, hetzij inwonend, hetzij uitwonend, om Hem welbehaaglijk te zijn. 10 Want wij moeten allen voor de rechterstoel van Christus openbaar worden, opdat ieder vergelding ontvangt voor wat hij door middel van zijn lichaam gedaan heeft, hetzij goed, hetzij kwaad.

Filippenzen 3
21 Die ons vernederd lichaam veranderen zal, zodat het gelijkvormig wordt aan Zijn verheerlijkt lichaam, overeenkomstig de werking waardoor Hij ook alle dingen aan Zichzelf kan onderwerpen.

1 Tessalonicenzen 4
16 Want de Heere Zelf zal met een geroep, met de stem van een aartsengel en met een bazuin van God neerdalen uit de hemel. En de doden die in Christus zijn, zullen eerst opstaan. 17 Daarna zullen wij, de levenden die overgebleven zijn, samen met hen opgenomen worden in de wolken, naar een ontmoeting met de Heere in de lucht. En zo zullen wij altijd bij de Heere zijn.

2 Tessalonicenzen 1
10 wanneer Hij zal gekomen zijn om op die dag verheerlijkt te worden in Zijn heiligen en bewonderd te worden in allen die geloven (want bij u vond ons getuigenis geloof).

Copyright ©2010/2016 Stichting HSV

7. De bevrijding van het kwaad

Zelfs op het moment dat wij een nieuw lichaam zullen ontvangen zal er nog steeds kwaad in de wereld zijn. De Bijbel leert ons dat wanneer Jezus regeert er nog steeds ongelovige/onrechtvaardige volken op de aarde zijn tijdens het 1000-jarige vredesrijk van Jezus op aarde. In die periode zal satan worden vastgebonden zodat hij de vrede niet kan wegnemen maar aan het einde van die 1000 jaar zal hij nog eenmaal worden vrijgelaten. Dan zal hij de volken opjutten om de strijd aan te gaan met Jezus en dan zal het eindoordeel door Jezus worden voltrokken en het kwaad permanent worden vernietigd in de hel.

Openbaring 20 (HSV)
2 En hij greep de draak, de oude slang, dat is de duivel en de satan, en bond hem voor duizend jaar, 3 en wierp hem in de afgrond, en sloot hem daarin op en verzegelde die boven hem, opdat hij de volken niet meer zou misleiden, totdat de duizend jaar tot een einde gekomen zouden zijn. En daarna moet hij een korte tijd worden losgelaten. 4 En ik zag tronen, en zij gingen daarop zitten, en het oordeel werd hun gegeven. En ik zag de zielen van hen die onthoofd waren om het getuigenis van Jezus en om het Woord van God, die het beest en zijn beeld niet hadden aangebeden, die het merkteken niet ontvangen hadden op hun voorhoofd en op hun hand. En zij werden weer levend en gingen als koningen regeren met Christus, duizend jaar lang. 5 Maar de overigen van de doden werden niet weer levend, totdat de duizend jaar tot een einde gekomen waren. Dit is de eerste opstanding. 6 Zalig en heilig is hij die deel heeft aan de eerste opstanding. Over hen heeft de tweede dood geen macht, maar zij zullen priesters van God en van Christus zijn, en zij zullen met Hem als koningen regeren, duizend jaar lang. 7 En wanneer die duizend jaar tot een einde gekomen zijn, zal de satan uit zijn gevangenis worden losgelaten. 8 En hij zal uitgaan om de volken te misleiden die zich in de vier hoeken van de aarde bevinden, Gog en Magog, om hen te verzamelen voor de oorlog. En hun aantal is als het zand van de zee. 9 En zij kwamen op over de breedte van de aarde, en omsingelden de legerplaats van de heiligen en de geliefde stad. Maar er daalde vuur van God neer uit de hemel en dat verslond hen. 10 En de duivel, die hen misleidde, werd in de poel van vuur en zwavel geworpen, waar ook het beest en de valse profeet reeds zijn. En zij zullen dag en nacht gepijnigd worden in alle eeuwigheid. 11 En ik zag een grote witte troon, en Hem Die daarop zat. Voor Zijn aangezicht vluchtten de aarde en de hemel weg, zodat er geen plaats meer voor hen te vinden was. 12 En ik zag de doden, klein en groot, voor God staan. En de boeken werden geopend en nog een ander boek werd geopend, namelijk het boek des levens. En de doden werden geoordeeld overeenkomstig wat in de boeken geschreven stond, naar hun werken.
14 En de dood en het rijk van de dood werden in de poel van vuur geworpen. Dit is de tweede dood. 15 En als iemand niet bleek ingeschreven te zijn in het boek des levens, werd hij in de poel van vuur geworpen.

Na het oordeel zal God de schepping herstellen naar de oorspronkelijke staat. Met de vernieuwing van de hemel en aarde zal ook ieder spoor van het kwaad en diens gevolgen worden gewist en alles werkelijk worden hersteld naar de perfecte staat als voor de zondeval. Hiermee wordt de redding voltooid en het kwaad volledig uitgewist uit het eeuwige bestaan.

Openbaring 21 (HSV)
1 En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, want de eerste hemel en de eerste aarde waren voorbijgegaan. En de zee was er niet meer. 2 En ik, Johannes, zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, neerdalen van God uit de hemel, gereedgemaakt als een bruid die voor haar man sierlijk gemaakt is. 3 En ik hoorde een luide stem uit de hemel zeggen: Zie, de tent van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen Zijn volk zijn, en God Zelf zal bij hen zijn en hun God zijn. 4 En God zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal er niet meer zijn; ook geen rouw, jammerklacht of moeite zal er meer zijn. Want de eerste dingen zijn voorbijgegaan.

Weg van Jezus
Alle rechten voorbehouden 2025
Designed & developed by Mike Noorbeek